Patellaluxaties kunnen enerzijds spontaan optreden of na een rotatietrauma. In de meeste gevallen kan de patella terug op z’n plaats geduwd worden met een reductiemanoeuver.
De onderliggende reden is een afwijking in de vorm van het dijbeen waarbij de trochlea (goot van het dijbeen waarin de knieschijf dient te glijden) afgevlakt is. Hierdoor kan de knieschijf gemakkelijker naar lateraal luxeren of uit de kom schieten.
Bij een patellaluxatie scheurt het Mediaal PatelloFemoraal Ligament (MPFL) altijd waardoor het risico dat een patellaluxatie een tweede maal optreedt uiteraard vergroot.
Bij herhaaldelijke luxatie wordt een reconstructie verricht van het MPFL-ligament, al dan niet met tuberositas osteotomie.
Voor de reconstructie van het MPFL ligament wordt meestal een eigen pees gebruikt (gracilis of semitendinosus). Deze pees wordt vastgemaakt op het dijbeen en op de knieschijf waardoor de knieschijf niet meer naar buiten kan luxeren.
Bij specifieke risicopatiënten zal er onvoldoende effect kunnen worden bekomen met enkel een MPFL reconstructie. In dat geval moet de positie van de knieschijf worden aangepast door middel van een tuberositas tibia transfer.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen