Infecties en vaccinaties bij IBD

Door inname van immuunonderdrukkende medicatie is er een verhoogd risico op infecties, zeker als deze geneesmiddelen onderling gecombineerd worden (zoals soms noodzakelijk is). Ondervoeding is ook een risicofactor voor infecties, evenals hogere leeftijd en bepaalde andere chronische aandoeningen (bv. diabetes, …).

Deze immuunonderdrukkende geneesmiddelen zijn voornamelijk cortisonepreparaten (zoals Medrol), Imuran Puri-Nethol, methotrexaat (ledertrexaat), anti-TNF (Remicade, Humira of Simponi) en Stelara.

• Er is een verhoogd risico op virale, bacteriële, parasitaire en schimmelinfecties.
• Bij koorts onder deze geneesmiddelen wordt best steeds een arts gecontacteerd.
• Preventie is belangrijk! Voorkomen is immers beter dan genezen.

Vaccinaties spelen dus een voorname rol bij het voorkomen van infecties:

• Alle IBD-patiënten worden bij diagnose best gevaccineerd voor hepatitis B als dit vroeger nog niet gebeurde.
• Een jaarlijks griepvaccin is aangeraden.
• Verder wordt aangeraden om eenmalig het pneumococcenvaccin Prevenar 13 toe te dienen en vijfjaarlijks het vaccin Pneumovax 23.
• De vaccinaties die standaard gegeven worden bij de algemene populatie blijven ook aangeraden: tetanus, difterie, kinkhoest, HPV.
• Alle niet-levende vaccins mogen toegediend worden bij IBD-patiënten.
• Levende vaccins (zoals gele koorts en mazelen/bof/rubella) mogen niet toegediend worden bij patiënten die immuunonderdrukkende medicatie nemen!