PTA of percutane transluminele angioplastie wordt in de volksmond ook wel eens ballondilatatie genoemd. Patiënten die dergelijke ingreep ondergaan worden verwezen wegens vernauwing of verstopping van de slagaders van de ledematen.
De voornaamste oorzaken voor dergelijke vernauwingen of verstoppingen zijn: roken, diabetes, erfelijke aanleg, hoge cholesterol, hoge bloeddruk, leeftijd, te weinig beweging, overgewicht …
Het spreekt voor zich dat in eerste instantie de risicofactoren moeten aangepakt worden: stoppen met roken, diëten, voldoende bewegen, medicatie voor diabetes, bloeddruk en cholesterol innemen, …
Als vaatchirurg proberen we de bloedvoorziening naar het lidmaat te herstellen. Zo kun je opnieuw beter stappen, rust- en nachtelijke pijn zullen verdwijnen, de wondjes zullen langzaam genezen. Soms is het mogelijk om met looptraining bij een gebrevetteerd kinesist de loopafstand duidelijk te verbeteren zodat een operatie niet aan de orde is.
Zo mogelijk proberen we de bloedvoorziening te herstellen via een minimaal invasieve ingreep (PTA met al dan niet stenting). Zijn de verstoppingen van de bloedvaten te uitgebreid dan moeten we overgaan tot klassieke, zwaardere ingrepen (plaatsen van een aortobifurcatie = broekoperatie, plaatsen van een overbrugging, liesplastie, …). Een PTA geniet de voorkeur omdat deze ingreep veel minder invasief is dan een klassieke ingreep, er moet niet worden gesneden en er is dus geen litteken. Je mag dan ook veel sneller naar huis, meestal blijf je slechts één nacht.
In de lies wordt de slagader (arteria femoralis communis) aangeprikt waarna een voerdraad in het bloedvat wordt opgeschoven. Hierover wordt een werkkanaal of introducer ingebracht, dit is de toegangsweg voor het inbrengen van de voerdraad waarmee het letsel wordt gepasseerd. Vervolgens wordt contrast in het bloedvat opgespoten. Met behulp van röntgenstralen kan zo het bloedvatletsel nauwkeurig gelokaliseerd worden. Het letsel wordt in eerste instantie met een ballon opengeblazen, waarna deze opnieuw wordt verwijderd. Afhankelijk van het resultaat besluiten we of er al dan niet een stent (metalen veertje) moet bijgeplaatst worden die het letsel blijft openhouden, deze blijft uiteraard ter plaatse. Op het einde van de ingreep wordt het werkkanaal verwijderd en dient de punctieplaats van de lies afgeduwd te worden. Soms wordt deze gesloten met een closing device, een speciaal ontwikkeld apparaat dat de prikplaats afsluit met een draadje (Proglide).
De behandeling gebeurt via hospitalisatie met minimum één nacht opname.
Je komt binnen op de dag van ingreep, nuchter, dat wil zeggen dat je vanaf middernacht niets meer mag eten of drinken. De ochtendmedicatie mag je met een glas water innemen. Medicatie voor diabetes mag niet worden ingenomen, op gevaar van “hypoglycemie”. Aspirine (ASA, Asaflow) dient voor de operatie NIET stopgezet te worden. Brilique, Clopidogrel moet je vijf dagen voor de ingreep stoppen. NOAC (Eliquis, Pradaxa, Xarelto) moeten twee dagen voor de ingreep stopgezet worden, dit wordt je uiteraard haarfijn uitgelegd tijdens de consultatie. De avond voor de ingreep moet je de liezen en de schaamstreek scheren.
Na de operatie wordt een compressief verband aangelegd. Je blijft een tweetal uren op de recovery om de aanprikplaats in de lies te controleren evenals de doorstroming van het lidmaat. Nadien ga je terug naar de kamer en hou je bedrust tot de volgende dag, je mag dan wel al eten en drinken. De volgende dag wordt het drukverband verwijderd. De grootte van het werkkanaal (introducer) en het al dan niet gebruiken van een closing device zullen beslissen wanneer het drukverband kan verwijderd worden en hoe laat je naar huis kan.
De kans op klassieke verwikkelingen zoals bloeding, trombose, longembolie of longontsteking, hartinfarct zijn zeer klein. Bij het opblazen van het bloedvat kan tijdens de ingreep een perforatie van het bloedvat ontstaan, deze kan meestal worden opgelost door het plaatsen van een stentgraft (beklede stent met prothesemateriaal eromheen). Sommige mensen zijn allergisch aan het gebruikte contrast. Als dit gekend is, moet je dat zeker melden. Het contrast kan ook nefast werken op de nieren, soms moeten we hiervoor bepaalde medicatie wat eerder stoppen en moet je vervroegd worden opgenomen om een infuus met vocht te starten.
Het is niet altijd mogelijk om de verstopping te passeren met voerdraad en ballon of stent, in dat geval moet een klassieke ingreep worden besproken. De belangrijkste complicatie is en blijft het doen van een nabloeding (pseudo aneurysma) in de lies, deze moet echter zeldzaam opgelost worden met een klassieke ingreep (openen lies en overnaaien punctieplaats).
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen