Blaasfunctieonderzoek

Functie van de blaas

De blaas is een orgaan dat in het kleine bekken zit. De blaas bestaat uit verschillende lagen. De buitenste laag van de blaas is een spierlaag. De binnenste laag van de blaas bestaat uit urotheelcellen. Deze cellen vormen de barrière tussen de urine in de blaas en de rest van de blaaswand.

De blaas heeft twee functies. Enerzijds dient de blaas voor het opslaan van urine tijdens de ‘vullingsfase’. Anderzijds zal de blaas op een gepast moment krachtig gaan samentrekken om het plassen mogelijk te maken. Dit noemt men de ‘ledigingsfase’. Factoren die een rol spelen in dit hele proces zijn de zenuwen naar de blaas, de anatomie van de blaas, maar ook de werking van de sluitspier van de blaas.

De uroloog heeft een blaasuitmetingsonderzoek voorgesteld omdat hij vermoedt dat je een verstoring hebt van de vullingsfunctie of de ledigingsfunctie van je blaas. Dit onderzoek wordt ook soms een urodynamisch onderzoek genoemd.

Voorbereiding

Als je zwanger bent, allergisch bent of suikerziekte hebt, moet je dit melden aan de arts of verpleegkundige.

Vóór het onderzoek vragen we je om nog eens te plassen.

We vragen je om je onderkledij uit te trekken en plaats te nemen in de onderzoeksstoel met je benen in de beenhouders.

Het onderzoek

Het onderzoek start met het ontsmetten van je genitaliën. Er zal ook een lokaal verdovend glijmiddel in je plasbuis ingebracht worden. Er wordt een dun soepel buisje (een sonde) opgeschoven tot in de blaas. Dit is niet pijnlijk. De sonde wordt verbonden met een meettoestel zodat de druk in de blaas en de druk in de plasbuis gemeten wordt. Er wordt een tweede dun soepel ballonnetje in je anus geschoven. Ook dit is niet pijnlijk en dient om de druk van de darm te kunnen meten. We kleven drie klevers: twee ter hoogte van de stuit en één ter hoogte van de rechter knie om de bekkenbodemspier te meten. Eerst voeren we metingen uit en herpositioneren we de sonde tot ze goed zit.

Nu start het onderzoek: de blaas wordt gevuld met een steriele vloeistof. We vragen je om te zeggen wanneer je ...

• ... voor het eerst plasdrang voelt.
• ... een plasdrang voelt waarbij je normaal naar het toilet zou gaan.
• ... je plas niet langer zal kunnen ophouden. Wacht met plassen tot je toestemming krijgt.

Je mag plassen terwijl alle katheters ter plaatse blijven. De urine loopt af in een speciaal toilet. De computer registreert alle drukken.

Tijdens het onderzoek zal de verpleegkundige je ook af en toe vragen om te hoesten

Bij vrouwen zal er nog een inwendig onderzoek gebeuren met volle blaas. De uroloog zal hierbij nakijken of er sprake is van verzakking of van verlies van urine.

De sondes worden verwijderd, dit is pijnloos.

De uroloog zal met jou de resultaten van het onderzoek bespreken.

Na het onderzoek

Na het onderzoek krijg je wat water met een antibioticum. Het is aangewezen dat je de eerstvolgende uren voldoende drinkt om een infectie tegen te gaan. Wanneer je naar huis gaat kun je een wat brandend gevoel in je plasbuis hebben door irritatie en wat frequenter moeten plassen. Deze zaken gaan met wat geduld over. Als de irritatie blijft aanhouden of als je zelfs koorts ontwikkelt, moet je contact opnemen met de uroloog.