De inspuiting met botulinetoxine A voor de overactieve blaas.
De blaas is een orgaan met twee functies. Enerzijds is de blaas een reservoir met als functie het ophouden van de urine gedurende enkele uren. Dit noemt men ook wel de vullingsfase. Anderzijds heeft de blaas een functie als spierpomp tijdens het plassen. Op dat moment dient de blaas samen te trekken om de urine af te voeren. Dit noemt men de ledigingsfase. Tijdens de vullingsfase van de blaas is deze normaal gerelaxeerd. Er bestaan echter aandoeningen die een invloed hebben op de bezenuwing van de blaas en op die manier het evenwicht tussen de vullingsfase en de ledigingsfase kunnen verstoren. Voorbeelden hiervan zijn de ziekte van Parkinson, Multiple sclerose, letsels aan het ruggenmerg.
Sommige mensen hebben geen echte aandoening van de zenuwen maar hebben toch een verstoord evenwicht van de vullings- en ledigingsfase. Dit onevenwicht kan er dan ook voor zorgen dat de blaas ongecontroleerd gaat samentrekken tijdens de vullingsfase. Deze samentrekking van de blaas is ongecontroleerd omdat er geen controle is van de hersenen. Het plots samentrekken van de blaas zorg ervoor dat er een plasdrang ontstaat. Dit fenomeen noemen we een overactieve blaas. In sommige gevallen kan de plasdrang bij een overactieve blaas zo heftig zijn dat je niet tijdig het toilet bereikt. In zo'n geval spreken we dan ook over aandrangs-incontinentie of urine-incontinentie door een overactieve blaas. Er bestaan verschillende soorten behandelingen om dit probleem aan te pakken. Een van deze behandelingen is het inspuiten van botulinetoxine A in de blaaswand.
Botulinetoxine A is een zenuwgif dat geproduceerd wordt door de bacterie Clostridium botulinum. Wanneer dit product ingespoten wordt in een spier (zoals de blaasspier) dan kunnen de zenuwuiteinden tijdelijk geen signaal meer geven aan deze spier en zal de spier niet samentrekken. Sinds meer dan 20 jaar wordt deze molecule ingespoten in de blaaswand bij mensen met een overactieve blaas en deze behandeling wordt aanzien als veilig en zal bij een heel deel van de patiënten een verbetering geven van de symptomen van abnormale aandrang om te moeten plassen.
In België is de ingreep zelf - het inspuiten van het product - terugbetaald. Er is echter enkel een terugbetaling voorzien voor het product zelf bij mensen die een echte aandoening van de zenuwen hebben zoals ziekte van Parkinson, Multiple sclerose, letsels aan het ruggenmerg of andere. Afhankelijk van je probleem zal de uroloog een half, 1 of 2 flesjes botulinetoxine A inspuiten. De kostprijs van 1 flesje hangt af van het gebruikte merk, bespreek dit met je uroloog.
Deze ingreep gebeurt met een ruggenprik of korte algemene narcose. Je ligt op je rug met je benen in beenhouders opgetrokken. Via een fijne camera zal de uroloog in je blaas kijken en met een fijne naald zal hij 10 tot 20 x de blaaswand aanprikken en hier het product inspuiten in de blaasspier. De procedure duurt ongeveer 10 minuten.
Een week voor de operatie moet je een urinestaal binnenbrengen bij je huisarts of in het ziekenhuis. Dit staal dient om na te kijken of er zich bacteriën in je urine bevinden. Indien de huisarts antibiotica zou opstarten, is het belangrijk dat je geen antibiotica van de groep aminoglycoside krijgt tijdens 3 weken vóór de inspuiting en 2 weken erna want dit vermindert de werking van het ingespoten product.
De dag van de ingreep word je opgenomen in het dagziekenhuis. Neem de medicatie mee die je gewoonlijk thuis inneemt (liefst in de originele verpakking). Indien je voorgaande onderzoeken liet uitvoeren bij de huisarts of hart – of longspecialist zoals een bloedafname, een electrocardiogram of een longfoto moet je deze ook meebrengen naar het ziekenhuis en aan de verpleegkundige van dienst bezorgen. Vanaf middernacht voor de ingreep mag je niets meer eten of drinken want je wordt mogelijk onder volledige verdoving gebracht. Juwelen, een kunstgebit, een hoorapparaat en een bril mogen niet mee naar de operatiezaal en dienen op je kamer te blijven. Mogelijk neem je thuis reeds 1 of meerdere bloedverdunnende medicamenten. De uroloog zal je (al dan niet in samenspraak met de huisarts of cardioloog) advies geven of je deze moet stoppen of vervangen enkele dagen voor de ingreep.
Na de operatie verblijf je in de ontwaakruimte. Speciaal opgeleide verpleegkundigen houden je daar in de gaten. Als je goed wakker bent, word je rechtstreeks naar de kamer gebracht. Je dient zeker een 3-tal uren op de kamer aanwezig te zijn vooraleer je naar huis kan. Je moet ook geplast hebben waarna de verpleegkundige zal kijken of je blaas leeg is.
Het hele team van verpleegkundigen, anesthesisten en de chirurg stellen alles in het werk om de operatie vlot te doen verlopen. Ondanks deze voorzorgen is het mogelijk dat je een ongewenste bijwerking ervaart. Het betreft hier een standaard ingreep waarbij de kans op bijwerkingen erg klein is. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van bijwerkingen die mogelijk zijn. Deze worden vermeld voor de volledigheid, laat je hierdoor dus niet afschrikken.
Sommige patiënten beschreven na deze ingreep een gevoel te vergelijken met een griepachtig syndroom. Anderen patiënten kregen last van een blaasontsteking. Soms wordt een lichte bloeding waargenomen onmiddellijk na de inspuiting. Dit stopt vanzelf en is geen probleem. Zelden is de bloeding echter ernstiger waardoor de blaas enkele uren dient gespoeld te worden of bij extreme gevallen dient deze 24 uur gespoeld te worden en moet je toch overnachten in het ziekenhuis.
Het doel van de behandeling is de samentrekkingen van de blaasspier te verminderen. Dit betekent dat je moeilijkheden kunt ondervinden met het plassen. De plasstraal kan minder krachtig worden of je kunt een grote hoeveelheid urine in de blaas achter houden. In het slechtste geval kun je tijdelijk niet meer plassen. Dit betreft altijd een tijdelijk fenomeen maar vraagt soms het uitvoeren van zelfsondage. Dit betekent dat je enkele keren per dag een wegwerpbare sonde steekt in de blaas om deze te ledigen. Onze urologische verpleegkundige zal je dit dan ook aanleren. Het risico op dit probleem hangt af van verschillende factoren zoals de dosis die ingespoten wordt en de manier waarop je lichaam erop reageert. Dit tijdelijke fenomeen kan dagen maar ook enkele weken duren. De dag van de inspuiting zul je ook wat meer drang om te plassen voelen als gevolg van irritatie van de blaas door de prikjes. Het effect van de botox start meestal maar na 48 uur en bereikt een maximaal effect na een 2-tal weken.
Na deze ingreep kun je onmiddellijk je normale activiteiten hervatten. Als je reeds voor de operatie medicatie nam om de blaasoveractiviteit af te remmen (anticholinergica) dan zal je uroloog vragen om deze medicatie af te bouwen en na 1 of 2 weken volledig te stoppen.
Mogelijk vraagt je uroloog ook om een plasdagboek bij te houden zodat hij de situatie kan vergelijken voor en na de behandeling.
Na twee weken zal de uroloog je terugzien voor een controle. Hierbij zal hij vragen dat je een volle blaas hebt zodat je een plastest kunt afleggen. Hij zal ook controleren of je blaas leeg is na het plassen. Zoals reeds gezegd is het effect van botulinetoxine A maximaal na 2 weken en dit is de reden dat je rond deze periode terug dient te komen. Na enkele maanden zul je vaststellen dat je opnieuw vaker en met meer aandrang zult moeten plassen. Dit betekent dat de doeltreffendheid van de botulinetoxine langzaamaan vermindert of uitgewerkt is. Gemiddeld zal dit product een 6-tal maanden werkzaam zijn maar afhankelijk van je eigen lichaam kan dit langer of korter duren.
Als je nog vragen hebt, kun je steeds contact opnemen met onze urologische verpleegkundigen of onze artsen. Wij kunnen je niet altijd meteen te woord staan wanneer wij andere patiënten helpen met een consultatie of een operatie. Om sommige zaken te bespreken, kom je ook beter langs op de consultatie urologie op afspraak. Voor echt dringende zaken contacteer je onze dienst spoedgevallen die ons zullen verwittigen van je probleem.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen