Hormonale behandeling van prostaatkanker

Op deze pagina

Een hormonale behandeling vermindert de aanmaak van testosteron of blokkeert de werking ervan. Afhankelijk van het stadium en de agressiviteit van de tumor start de uroloog of radiotherapeut (= arts gespecialiseerd in bestralingstherapie) de hormoontherapie (medicatie) op.

De hormoontherapie kan ook aanvullend zijn op een andere behandeling, zoals radiotherapie. De bedoeling is om hiermee de radiotherapie doeltreffender te maken. De radiotherapeut beoordeelt bij elke patiënt individueel of hij al dan niet baat zou kunnen hebben bij de hormoontherapie. De behandeling kan van 6 maanden tot 3 jaar lopen, als extra behandeling bovenop de radiotherapie. Je krijgt ook hormoontherapie wanneer een genezende behandeling niet meer mogelijk is. In dit geval moet de therapie de kanker op lange termijn laten afnemen en klachten voorkomen of verminderen. In dit geval zal de hormoontherapie levenslang gegeven worden.

Hormonen en prostaatkanker

Hormonen zijn stoffen die in de klieren worden aangemaakt en door het bloed vervoerd worden naar alle organen en weefsels. De mannelijke geslachtshormonen zorgen bijvoorbeeld voor de lage stem en de lichaamsbeharing. Het mannelijk geslachtshormoon testosteron wordt aangemaakt in de zaadballen (95%) en de bijnieren (5%). De controle over de aanmaak van testosteron gebeurt in de hypofyse, een klier in de hersenen. De hypofyse produceert een hormoon dat de zaadballen aanzet tot de productie van testosteron.

Testosteron zorgt ervoor dat prostaatkankercellen sneller kunnen groeien. Met een hormoonbehandeling kunnen we de aanmaak van testosteron verminderen of blokkeren tot op castratieniveau (= wanneer de spiegel van testosteron in het bloed lager is dan 50 ng/dl).

Een eerste vorm van hormoontherapie zorgt ervoor dat de teelballen geen testosteron meer kunnen aanmaken. Orchidectomie (castratie) is een operatie waarbij het deel van de teelballen dat testosteron aanmaakt, verwijderd wordt. Deze operatie gebeurt via een dagopname en is de snelste manier om het castratieniveau te bereiken (gewoonlijk al in minder dan 12 uur). Deze ingreep is definitief en sommige mannen hebben het psychologisch moeilijk met het verwijderen van een gedeelte van de teelballen.

De tweede vorm van hormoontherapie blokkeert de toegang van testosteron tot de prostaat(kanker)cellen, waardoor deze cellen hun groeifactor (testosteron) niet meer kunnen opnemen. Dit kan onder andere door toediening van LHRH-agonisten, LHRH-antagonisten en anti-androgenen.

Hoe werkt de medicatie?

LHRH-agonisten

We noemen dit ook chemische castratie. De hypofyse produceert hormonen die de aanmaak van testosteron door de zaadballen reguleert. Door LHRH-agonisten toe te dienen, wordt de hormoonproductie in de hypofyse verzadigd en stilgelegd waardoor de zaadballen geen testosteron meer produceren.

Na de eerste toediening van een LHRH-agonist wordt er tijdelijk meer testosteron aangemaakt. Dit noemen we de ‘flare-up’. Vooral bij patiënten met uitgebreide ziekte kunnen de klachten hierdoor tijdelijk verergeren met symptomen zoals botpijn en moeilijk of niet meer kunnen plassen. De ‘flare-up’ kan vijf tot acht dagen duren. Om dit te onderdrukken neem je één week voor de start van de behandeling een anti-androgeen (zie verder) dat je blijft innemen zolang de arts voorschrijft. Dit is alleen bij de eerste injectie nodig.

De LHRH-agonisten zijn langwerkende medicijnen die worden toegediend door je huisarts of thuisverpleegkundige met een injectie in het onderhuidse weefsel van de buik of in een spier. Daar wordt de medicatie opgeslagen en geleidelijk vrijgegeven. De werkingsduur varieert van één maand, drie maanden tot zes maanden per toediening, afhankelijk van de dosis.

LHRH-antagonisten

LHRH-antagonisten werken net zoals LHRH-agonisten in op het regulatiemechanisme in de hersenen (hypofyse) dat de teelballen ertoe aanzet om testosteron te produceren. Deze medicatie wordt onderhuids ingespoten en geleidelijk aan vrijgegeven. De aanvangsdosis is twee opeenvolgende injecties van 120 mg. Daarna krijg je maandelijks een injectie van 80 mg. Het ‘flare-up’ fenomeen treedt hier niet op, dus de tijdelijke inname van een anti-androgeen is niet nodig.

Anti-androgenen

Anti-androgenen blokkeren de werking van testosteron uit zowel de zaadballen als de bijnieren. Ze schermen het weefsel af dat gevoelig is voor testosteron. Hierdoor kan testosteron zijn werking in de prostaat niet meer uitoefenen. Je neemt deze medicatie in tabletvorm dagelijks in gedurende de periode die de arts je voorschrijft.

Toediening van je medicatie en praktische informatie

De huisarts of verpleegkundige dient de medicatie toe via een injectie in de buikwand of in de spier.

  • De LHRH-agonisten (Zoladex®, Decapeptyl ®) moeten om de één, drie of zes maanden toegediend worden afhankelijk van de voorgeschreven dosis.
  • De LHRH-antagonisten (Firmagon®) moeten één keer per maand toegediend worden. Het toedienen van Firmagon® kan pijnlijk zijn en de huid kan nadien rood en wat gezwollen zijn. Dit zijn normale reacties die na enkele dagen spontaan afnemen. Spreek hierover met je huisarts, behandelend arts of begeleidingsverpleegkundige als je veel last had.
  • De anti-androgenen (Casodex®) neem je bij voorkeur telkens op hetzelfde moment van de dag in.

De behandeling is omkeerbaar. Na het stoppen van deze medicatie komt de eigen testosteronproductie in de meeste gevallen na enige tijd weer op gang. Een orchidectomie daarentegen is onomkeerbaar.

Je uroloog schrijft anti-androgenen (indien van toepassing) en hormooninjecties voor. De medicatie wordt volledig terugbetaald door je ziekenfonds. Om recht te hebben op terugbetaling vraag je een attest bij je uroloog en dit bezorg je aan je ziekenfonds. De goedkeuring kan verschillende weken uitblijven, maar je hoeft daar niet op te wachten om de medicatie te kopen. Het attest moet na één jaar vernieuwd worden, maar dit kan ook door je huisarts gebeuren.

Enkele weken na de start van de hormoontherapie bepaalt je arts het testosterongehalte in je bloed. Na de therapie wordt er normaal nauwelijks nog testosteron in het bloed gemeten (=castratieniveau). Als de hormoontherapie aanslaat, en de prostaatkanker dus hormoongevoelig is, daalt ook de PSA (= Prostaat Specifiek Antigen, een stof die door de prostaat afgescheiden wordt in het bloed).

Enkele tips

• Gebruik je medicatie correct en maak op tijd een afspraak bij de huisarts of de verpleegkundige voor de toediening van de injectie.

• Vermeld altijd alle geneesmiddelen, ook alternatieve middelen en voedingssupplementen, die je inneemt aan je behandelende arts. Sommige producten kunnen elkaar beïnvloeden.

• Stop nooit op eigen initiatief de behandeling. Als je last hebt van nevenwerkingen, spreek er dan over met je behandelend arts, huisarts, begeleidingsverpleegkundige of psycholoog.

Mogelijke bijwerkingen

Bijwerkingen zijn onbedoelde en vaak onaangename gevolgen van de medicatie. De mate waarin je hiervan last kunt hebben, is heel persoonlijk. Als je klachten ondervindt, aarzel dan niet om je behandelend arts, huisarts of begeleidingsverpleegkundige
te contacteren.

Een overzicht van de meest voorkomende bijwerkingen en tips over hoe je ermee om kunt gaan, vind je in onze brochure.

Brochure Hormoonbehandeling prostaatkanker

De inhoud van deze pagina werd samengesteld door de betrokken dienst(en). Laatste update: 22-juli-2021.

Urologie, andrologie, steenkliniek

Naar boven

AZ Sint-Lucas & Volkskliniek

Groenebriel 1
9000 Gent

GPS adres

Terhagen

09 224 61 11
info@azstlucas.be
Qualicor Europe Logo RGB

AZ Sint-Lucas behaalde het Qmentum-kwaliteitslabel van Qualicor Europe

made by