Een liesbreuk is een uitstulping van het buikvlies in de liesstreek
Bij de ontwikkeling van het kind tijdens de zwangerschap dalen de teelballen bij jongens vanuit de buik tot in de balzak. Op hun weg naar beneden slepen de teelballen het buikvlies met zich mee. Normaal sluit het buikvlies zich kort na de geboorte. Als dit niet gebeurt, kan er vocht langs deze plek lopen tussen de buikholte en de balzak. In dat geval spreken we van een liesbreuk of een hydrocoele (waterbreuk) communicans (communicerend of in verbinding met de buikholte). Zo'n zwelling is pijnloos en neemt vaak toe bij hoesten, persen, wenen ... (dus als de druk in de buik verhoogt). Bij een deel van de kinderen sluit de verbinding vanzelf tijdens het eerste of tweede levensjaar. Na die leeftijd is de kans op spontane sluiting erg klein. en kunnen darmen, vet of ander weefsel indalen. Deze structuren kunnen ingeklemd geraken en wel pijn beginnen doen. In dat geval spreken we over een ‘ingeklemde liesbreuk’ en moet de operatie snel gebeuren. Als je kind een hydrocoele communicans heeft kunnen we beslissen om de verbinding preventief te sluiten.
We brengen je kind een half uurtje tot een uurtje onder volledige verdoving gebracht. Er wordt een kleine insnede gemaakt in de lies aan de kant waar de liesbreuk zich bevindt. De uroloog zal de zaadstreng van uw kind vrijmaken en geleidelijk aan de spiertjes rond deze zaadstreng afhalen. Op die manier zal hij het fijne kanaaltje isoleren dat het buikvlies verbindt met de balzak. Deze verbinding zal hij dan ook dicht maken. Zelden zal bij deze ingreep het lieskanaal echt moeten open gemaakt worden.
Door een ziekenhuisopname komen kinderen vanuit hun vertrouwde omgeving in een voor hen onbekende omgeving terecht. Dat kan beangstigend zijn omdat je kind te maken krijgt met prikjes, onderzoeken en onbekende personen in witte schorten die gedurende de opname voortdurend in zijn omgeving zijn. Hierdoor kan je kind uit zijn evenwicht raken. Daarom is het belangrijk om vooraf te vertellen wat en waarom iets gebeurt, zodat je kind het gemakkelijker kan plaatsen en verwerken.
Besteed aandacht aan:
De dokter verwittigt wanneer we je kind naar de operatiekamer mogen brengen. Eén ouder mag het kind begeleiden in de operatiekamer tot het slaapt. Zwangere mama’s worden niet toegelaten in de operatiekamer, noch in de ontwaakzaal. Je wordt opgewacht door een operatie- verpleegkundige of vrijwilligster die je een blauwe overjas en muts geeft, zodat je je kind kan begeleiden tot in de operatiezaal. Als we je kind op de operatietafel leggen, kan je ernaast staan om het zo nodig te troosten. Omdat het kouder is in de operatiezaal, krijgt je kind een dekentje. Via drie klevertjes op de borstkas controleren we tijdens de operatie het hartritme. Kleine kinderen (< 6 jaar) worden altijd in slaap gedaan met een maskertje. We vragen het kindje om te blazen in het maskertje of om de ballon op te blazen. Het is mogelijk dat je kind wat onrustig wordt of begint te wenen voor het in slaap valt. Bij oudere kinderen (vanaf 6 jaar) beslist de slaapdokter of het kind in slaap gaat via een masker of een prikje (afhankelijk van leeftijd, gewicht, soort operatie). Je kind krijgt uit voorzorg vooraf een toverpleister, zodat het prikje niet zoveel pijn doet. Als je kind slaapt, begeleidt een verpleegkundige je naar de wachtzaal.
Je kunt als ouder de operatie niet bijwonen. We verwittigen je van zodra de operatie voorbij is, zodat je bij je kindje kan blijven in de ontwaakkamer. Daar wordt het nauwlettend in de gaten gehouden. Het is niet ongewoon dat je kind aanvankelijk erg onrustig en ontroostbaar is. Dat komt doordat het kind nog niet wakker is en de verdoving nog aan het uitwerken is. Als je kind pijn heeft, kunnen we in de ontwaakkamer na overleg met de anesthesist of slaapdokter nog extra pijnstilling geven. De anesthesist beslist wanneer je kind voldoende wakker is om terug naar de kamer te gaan.
Je kind kan nog slaperig zijn bij aankomst op de kinderafdeling. Een dutje doet wonderen... Mocht je kind pijn hebben, kan in overleg met de verpleegkundige nog pijnstilling gegeven worden op voorschrift van de anesthesist. De slaapdokter bepaalt wanneer je kind iets mag drinken en eten. De verpleegkundige brengt iets te eten van zodra dat mag. Geef pas voeding van thuis als je dat met de verpleegkundige hebt besproken. Als je kind een infuus heeft, verwijderen we dat pas als je kind voldoende gedronken en gegeten heeft, als het geplast heeft (wat noodzakelijk is voordat uw kind het ziekenhuis mag verlaten) en geen pijnstilling meer krijgt via het infuus. Als je kind voldoende hersteld is van de ingreep, mag het nog wat spelen in de speelkamer. Na toestemming en advies van de arts mag je kind naar huis. Verzekeringspapieren, briefje sociaal verlof, attesten voor school en sport e.d. moeten door de arts worden ingevuld.
Na de operatie brengen we meestal een waterdicht kleefverbandje aan of een wondlijm. De eerste 48 uur mag dit verband blijven zitten en na 48 uur mag je kind in de douche. Baden is de eerste week niet aangewezen om de wonde niet te weken. Om zwelling te voorkomen raden wij aan om gedurende een paar dagen een strakke onderbroek te dragen. Sporten (ook zwemmen) is afgeraden gedurende de eerste 2 weken. Bij thuiskomst mag je kind een lichte avondmaaltijd nemen. Vanaf de dag mag het terug normaal eten.
Als je kind na de operatie koorts krijgt, raadpleeg dan eerst de huisarts. Als de wonde in de lies niet uitgesproken rood is, dan is de kans dat dit de reden voor koorts is immers erg klein. (Een luchtweginfectie is bijvoorbeeld ook mogelijk)
Het hele team van verpleegkundigen, anesthesisten en de chirurg stellen alles in het werk om de operatie vlot te doen verlopen. Ondanks deze voorzorgen is het mogelijk dat er een complicatie optreedt. De kans op complicaties is bij deze ingreep echter klein. We geven een paar voorbeelden van complicaties die mogelijk zijn. We vermelden ze voor de volledigheid; laat je hierdoor dus niet afschrikken.
Bij het vrijmaken van de bloedvaten en spiertjes van de zaadstreng kan er zich theoretisch een bloeding voordoen. In dat geval is het mogelijk dat de bloedvoorziening van de teelbal aan die kant aangetast wordt en dat de teelbal achterblijft bij de groei van je kind. Theoretisch is er ook een kans op beschadiging van de zaadleider. In dat geval is het mogelijk dat zaadcellen niet meer passeren bij de zaadlozing op latere leeftijd. Een wondinfectie kan zich altijd voordoen. We werken steriel om deze kans zo klein mogelijk te maken. Een infectie kunnen we oplossen met antibiotica of lokale ontsmetting. Een nabloeding na de operatie is bijzonder zeldzaam. Dit zal zich tonen door een opgezwollen balzak met blauwverkleuring. In dat geval contacteer je best opnieuw je uroloog.
Het litteken ter hoogte van de lies bevindt zich in de huidlijn en geneest meestal ook erg mooi. Bij kinderen zien we zelden uitgesproken of lelijke littekens (keloïd).
Beperkte zwelling van de balzak is volledig normaal na deze ingreep gedurende de eerste weken. Dat is een gevolg van de operatie en gaat vanzelf over.
Na 6 weken zien wij jouw kind graag terug op de postoperatieve controle. Aarzel niet om ons vroeger te contacteren bij problemen of vragen.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen