Met een lumbale punctie of ruggenprik kan de arts het hersenvocht van jouw kind laten onderzoeken. Je kind krijgt een prik in de onderrug, tussen de ruggenwervels. Er druppelt dan wat hersenvocht uit de naald. De dokter vangt dit vocht op en stuurt dit op naar het labo. De ruggenprik zelf duurt 15 tot 30 minuten.
Tijdens het onderzoek vertelt de verpleegkundige of de arts aan je kind wat er gebeurt. De verpleegkundige brengt eerst een verdovende zalf aan op de plaats waar de arts zal prikken. Als het kind ouder is dan 3 jaar en er is tijd en ruimte voor een duidelijke voorbereiding, kan het onderzoek ook gebeuren na toediening van Kalinox®.
De verpleegkundige vraagt om de bovenkleding uit te doen zodat de rug bloot is. Het is belangrijk dat je kind de knieën zo ver mogelijk optrekt en de kin naar de borst brengt. Hierdoor gaan de ruggenwervels meer uiteen en ontstaat er meer ruimte om te prikken. De verpleegkundige houdt je kind stevig vast. Het is zeer belangrijk dat je kind stil zit en niet beweegt op het moment van de prik. De arts trekt een steriele schort en steriele handschoenen aan en ontsmet de punctieplaats. Vervolgens prikt hij met
een naald tussen de twee wervels in de onderrug en vangt zo het hersenvocht op. Dit hersenvocht gaat naar het laboratorium
om te onderzoeken. De verpleegkundige dekt de punctieplaats af met gaas en een pleister.
Je kunt je kind helpen door het af te leiden en te laten ontspannen. Enkele tips:
De eerste twee uur na het onderzoek moet je kind zo veel mogelijk plat in bed blijven liggen. Dit voorkomt vaak hoofdpijn of flauwvallen. Eten en drinken is pas toegestaan als je kind goed wakker is.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen