De blaas is een orgaan met twee functies. Enerzijds is de blaas een reservoir met als functie het ophouden van de urine gedurende enkele uren. Dit noemt men ook wel de vullingsfase. Anderzijds heeft de blaas een functie als spierpomp tijdens het plassen. Op dat moment dient de blaas samen te trekken om de urine af te voeren. Dit noemt men de ledigingsfase. Tijdens de vullingsfase van de blaas is deze normaal gerelaxeerd. Er bestaan echter aandoeningen die een invloed hebben op de bezenuwing van de blaas en op die manier het evenwicht tussen de vullingsfase en de ledigingsfase kunnen verstoren. Voorbeelden hiervan zijn de ziekte van Parkinson, multiple sclerose, letsels aan het ruggenmerg.
Sommige mensen hebben geen echte aandoening van de zenuwen maar hebben toch een verstoord evenwicht van de vullings- en ledigingsfase. Dit onevenwicht kan er dan ook voor zorgen dat de blaas ongecontroleerd gaat samentrekken tijdens de vullingsfase. Deze samentrekking van de blaas is ongecontroleerd omdat er geen controle is van de hersenen. Het plots samentrekken van de blaas zorgt ervoor dat er een plasdrang ontstaat. Dit fenomeen noemen we een overactieve blaas. In sommige gevallen kan de plasdrang bij een overactieve blaas zo heftig zijn dat je niet tijdig het toilet bereikt. In zo'n geval spreken we dan ook over aandrangs-incontinentie of urine-incontinentie door een overactieve blaas. Er bestaan verschillende soorten behandelingen om dit probleem aan te pakken. Eerst zal er gestart worden met levensstijlmaatregelen met of zonder medicatie. Dit kan eventueel worden aangevuld met bekkenbodemkinesitherapie. Indien deze onvoldoende of niet zouden blijken te werken is een operatieve behandeling noodzakelijk. Een van deze behandelingen is sacrale neuromodulatie.
De hersenen spelen een belangrijke rol in de controle van de blaasfunctie. Zij ontvangen signalen van de blaas, verwerken dit en sturen het gewenste signaal terug naar de blaas. Deze signalen lopen via de hersenen over het ruggenmerg richting de bekkenbodem, de sluitspier en de blaas. De zenuwbanen die het laatste deel van dit traject voorzien noemen we de ‘sacrale zenuwen’. Deze zenuwen bevinden zich achter de stuit (het heiligbeen = sacrum). Wanneer deze zenuwen niet goed zijn afgestemd, kunnen er blaasklachten ontstaan (gaande van een overactieve blaas met of zonder urineverlies tot een luie blaas met ledigingsproblemen). De bedoeling van de sacrale neuromodulatie is om deze zenuwen te stimuleren en op die manier opnieuw meer controle te krijgen over de blaasfunctie (en bij uitbreiding ook de darmwerking).
Sacrale neuromodulatie is altijd een procedure in twee stappen. Pas indien de testfase positief bevonden wordt kan U in aanmerking komen voor een tweede definitieve ingreep.
Tijdens de ingreep zal onder een volledige verdoving een onderhuidse elektrodedraad worden ingebracht ter hoogte van het heiligbeen. De positie van deze draad wordt tijdens de operatie gecontroleerd met röntgenstralen en door deze zenuwen elektrisch te stimuleren. De positie van de elektrode is goed als de bekkenbodemspieren en/of deze van de grote teen samentrekken. Is de chirurg tevreden over de positie van de draad, dan zal hij/zij deze aansluiten op een externe, tijdelijke neuromodulator. Dit bakje dien je uitwendig te dragen in een gordel onder de kledij. Deze ingreep duurt ongeveer 45-60 minuten. U kan dezelfde dag het ziekenhuis verlaten.
Om te evalueren of neuromodulatie bij u een goed effect heeft, zal u worden gevraagd een dagboek bij te houden. Een eerste controle is voorzien na enkele weken. Er zijn twee mogelijkheden: ofwel werkt de neuromodulatie goed en wordt het plaatsen van een definitieve, onderhuidse neuromodulator gepland. Ofwel is de behandeling niet doeltreffend en zal de elektrodedraad moeten worden verwijderd.
Indien de neuromodulatie bij u een goed effect heeft gehad zal een definitieve neuromodulator onderhuids ter hoogte van de bil worden geplaatst. Deze ingreep duurt ongeveer 20 minuten en gebeurt onder volledige verdoving. Bij heel magere patiënten kan een welving ter hoogte van de huid door dit toestel zichtbaar zijn; meestal merkt u hier echter weinig van. Wanneer u wakker bent wordt de stimulator door de arts ingesteld. U krijgt een smartphone waarmee u de instellingen van de neuromodulator zelf kan aanpassen. U mag het ziekenhuis dezelfde dag nog verlaten.
Indien de neuromodulatie bij u weinig effect heeft gehad zullen de geplaatste elektroden worden verwijderd. Dit gebeurt onder volledige verdoving en duurt 15 minuten. U mag het ziekenhuis dezelfde dag nog verlaten. U krijgt een controleafspraak mee voor het bespreken van eventuele andere therapie-opties.
Een bad of een zwembad zijn best 10 dagen te vermijden, om wondinfecties te voorkomen. Kort douchen is toegestaan. De hechtingen zijn zelfresorbeerbaar en dienen aldus niet te worden verwijderd. Verder raden we u aan de eerste twee weken geen zware, fysieke activiteiten te ondernemen.
U zult enkele controleraadplegingen meekrijgen voor na de ingreep. Op dergelijke consultaties wordt het effect van de neurostimulator geherevalueerd en de instellingen eventueel aangepast.
Afhankelijk van het beroep is de werkongeschiktheid 2 tot 6 weken
Neuromodulatie heeft niet enkel effect op de plasfunctie. Ook stoelgangsproblemen kunnen hiermee aangepakt worden
De batterij van de neurostimulator gaat ongeveer 5-7 jaar mee. Om deze te vervangen is een kleine ingreep nodig onder lokale verdoving.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen