Sclerotherapie

Wat zijn beenvaatjes of besenreiser varices?

Besenreiser varices zijn kleine, verwijde, oppervlakkige, blauwe of rode spatadertjes ter hoogte van de benen. Deze uitgezette beenvaatjes komen bij ongeveer één derde van de volwassenen voor. Vooral vrouwen hebben last van deze ontsierende verkleuringen. Er zijn verschillende oorzaken voor spatadertjes, zoals aanleg in de familie, staand of zittend beroep en zwangerschap.

Als er zichtbaar grotere vaten zijn aangetast of er zijn klachten zoals vermoeidheid, zwaar gevoel of pijn in de benen, tintelingen, krampen of vochtopstapeling, verwijzen we je eerst door naar een vaatchirurg. Hij sluit onderliggend lijden uit met behulp van een echo duplex onderzoek.

Wat is sclerotherapie?

Door het onaantrekkelijk zicht van spataders zoeken veel mensen hiervoor een behandeling. Sclerotherapie is (volgens de Europese richtlijnen) de beste keuze om spataders van klein formaat te behandelen.

Bij sclerotherapie spuiten we polidocanol (Aethoxysklerol®) rechtstreeks in de beenvaatjes met een fijn naaldje. Aethoxysklerol® is een alcoholische vloeistof die etsend is voor de bloedvatwand en bestaat in verschillende concentraties. Dit leidt uiteindelijk tot een verschrompeling en afbraakreactie. De functie van het behandelde bloedvaatje wordt vlot overgenomen door de vele andere, normale bloedvaten die dieper liggen. Deze behandeling is interessant omdat ze weinig ingrijpend is en weinig risico inhoudt.

Behandeling

1. We behandelen je in de behandelkamer van de poli. Draag makkelijke (niet strakke) kledij en schoenen op de dag van de behandeling.
2. Je ontbloot je benen en gaat op de tafel liggen.
3. Na ontsmetting prikken we de beenvaatjes aan met een fijn naaldje en spuiten het scleroseermiddel in. Het aanprikken van de vaatjes is wat gevoelig en de vloeistof kan branderig aanvoelen. De behandeling duurt meestal 10 tot 20 minuten.
4. Om extra druk uit te oefenen op de behandelde beenvaatjes kleven we onmiddellijk na het inspuiten wattenbollen op de behandelde zones.
5. Daarna pakken we het behandelde been in met een steun- of drukverband dat gedurende vijf tot zeven dagen moet blijven zitten en niet nat mag worden.

Hoe verloopt de nazorg?

• Vlak na de behandeling raden we aan om minstens 15 minuten rond te wandelen om overtollig scleroseermiddel uit te wassen. Daarna kunt je je normale dagelijkse activiteiten hervatten en kun je meteen weer aan het werk.
• Normale lichaamsbeweging zoals wandelen en fietsen is toegelaten. Intensief sporten, hete baden en sauna’s raden we af tijdens de eerste week na de behandeling.
• Om donkere verkleuringen op de behandelde gebieden te vermijden, raden we af om ze de eerste zes weken bloot te stellen aan UV-licht.
• Afhankelijk van het aantal spatadertjes plannen we één of meerdere behandelsessies in. Vervolgbehandelingen kunnen al na één of twee weken.

Zijn er risico’s verbonden aan de behandeling?

• Het is normaal dat je na de behandeling blauwe plekken hebt op je benen door het aanprikken. Als je bloedverdunners inneemt, komt dit meer voor dan gemiddeld.
• Wanneer je het verband weghaalt, zullen veel spatadertjes al mooi opgeklaard zijn, maar anderen zullen nog geaccentueerd aanwezig zijn. Bij sommige adertjes duurt het weken tot soms maanden om op te lossen. In enkele gevallen ontstaan ultrafijne en nieuwe vaatjes aan de uiteinden van behandelde gebieden (‘matting’), ook dit fenomeen klaart meestal spontaan weer op na enkele maanden.
• Soms treden er bruine verkleuringen op ter hoogte van de behandelde gebieden. Deze verdwijnen meestal vanzelf na een tijdje.
• Uiterst zeldzame complicaties zijn huidnecrose (wondje op de plek van de inspuiting), trombose van het been, embolie, allergische reactie, korte flikkeringen in het gezichtsveld.
• Omdat de vorming van spataders een continu proces is, kunnen we niet garanderen dat er in de toekomst geen nieuwe uitgezette beenvaatjes zullen ontstaan.

Wanneer kan sclerotherapie niet?

• Als je recent een trombose of flebitis doormaakte.

• Als je een stollingsziekte hebt, want dan is het risico op trombose groter.

• Als je allergisch bent voor het scleroseerproduct.

• Als je een geneesmiddel met disulfiram (Antabuse®) gebruikt.

• Bij zwangerschap (uit voorzichtigheid) en borstvoeding. Tenzij je de borstvoeding enkele dagen onderbreekt.

• Bij ernstig arterieel lijden, want dan is de noodzakelijke compressie niet mogelijk.

• Als je (een periode) immobiel bent, want dan is het risico op trombose groter.