Uretero- (urineleider) reno- (nier) scopie (kijken) wil letterlijk zeggen dat we met de camera in de urineleider en de nier gaan kijken op zoek naar de niersteen.
Bij deze ingreep zal de chirurg via de plasbuis met een heel fijn instrument in je blaas kijken. Nadien zal de chirurg via de uitmonding van de urineleider in de blaas langsheen de urineleider omhoog gaan tot aan de steen. Als de steen bereikt wordt, wordt door middel van een heel fijn tangetje de steen weggenomen. Als de steen te groot is om in zijn geheel weg te nemen, schieten we de steen met een heel fijne laser in kleine stukjes.
Na deze ingreep is het vaak zo dat de urineleider en zijn uitmonding in de blaas tijdelijk wat gaat zwellen. Nadat de chirurg de steen verwijderd heeft, beslist hij of het nodig is om een buisje achter te laten tussen de nier en de blaas (een inwendige stent). Deze stent dient om de urine optimaal te kunnen draineren uit de nier en voorkomt dat de tijdelijke zwelling de urineafvloei verstoort.
De dag van de ingreep wordt je opgenomen op de hospitalisatieafdeling. Breng zeker nachtkledij, toilet- en wasgerief mee. Neem ook de medicatie mee die je gewoonlijk thuis inneemt (liefst in de originele verpakking).
Vanaf middernacht voor de ingreep mag je niets meer eten of drinken want je wordt onder volledige verdoving gebracht. Juwelen, kunstgebit, hoorapparaat en bril mogen niet mee naar de operatiezaal en moeten op de kamer blijven. Mogelijk neem je thuis al één of meerdere bloedverdunnende geneesmiddelen. De dokter zal je (al dan niet in samenspraak met de huisarts of cardioloog) advies geven of je deze moet stoppen of vervangen enkele dagen voor de ingreep.
Wanneer je terug op de kamer komt, is het mogelijk dat je een blaassonde (fijn siliconen buisje met een ballon op de tip) in je blaas hebt. Deze blaassonde kan de dag zelf of de dag na de operatie verwijderd worden en dient om urine te draineren uit de blaas. Je krijgt ook een infuus voor pijnstilling en vocht. De gemiddelde hospitalisatieduur bedraagt twee dagen of één nacht slapen. De arts beslist in overleg met jou en de verpleegkundige wanneer je naar huis kunt.
Het hele team van verpleegkundigen, anesthesisten en de chirurg stellen alles in het werk om de operatie vlot te doen verlopen. Ondanks deze voorzorgen is het mogelijk dat je een ongewenste bijwerking ervaart. Het betreft hier een standaard ingreep waarbij de kans op bijwerkingen erg klein is. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van bijwerkingen die mogelijk zijn. Deze worden vermeld voor de volledigheid, laat je hierdoor dus niet afschrikken.
Naar huis gaan met een inwendige stent is geen complicatie, maar het normale verloop na deze ingreep. Deze stent blijft meestal een tweetal weken ter plaatse en wordt verwijderd op de raadpleging urologie. De meeste patiënten verdragen deze stent vrij goed, maar dit kan tijdelijk wat ongemakken met zich meebrengen. Als deze bijwerkingen te ernstig zijn kan de uroloog je iets voorschrijven om de blaas te kalmeren.
Ook de noodzaak voor een tweede operatie voor het verwijderen van de niersteen is geen complicatie, maar eigen aan deze procedure.
Frequent moeten urineren en een piekend gevoel in de plasbuis bij het plassen, zijn ongemakken die de eerste dagen na de operatie aanwezig kunnen zijn. Dat gaat vanzelf over en vraagt wat geduld.
Als er een inwendige stent aanwezig is, zal de arts deze verwijderen op de eerste consultatie. Als jouw niersteen opgestuurd werd voor onderzoek, zal hij ook het resultaat met je bespreken.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen