Neusbloeding

Een neusbloeding komt vaak voor en kan al op jonge leeftijd optreden.

Bij een voorste neusbloeding ligt de oorzaak in een oppervlakkig gelegen bloedvaatje vooraan op het neustussenschot. De bloeding is dan meestal beperkt en stopt snel bij druk op de neusvleugel. Als de bloeding te frequent voorkomt, kan het bloedvaatje dichtgemaakt worden. Dit gebeurt door een chemische of elektrische cauterisatie (dichtbranden) en kan onmiddellijk tijdens de raadpleging gebeuren na kortstondig aanbrengen van een verdovend watje.

Een achterste neusbloeding is komt minder vaak voor, maar is ernstiger. Het is een forsere neusbloeding met bloedverlies uit de neus en eventueel ook in keel. Hiervoor is dringend NKO-onderzoek aangewezen. Als het bloedverlies te lang aanhoudt, ga je best naar de spoedgevallendienst.

Een grondig onderzoek van de neus is nodig om de oorzaak te vinden. Soms kan de bloeding op de raadpleging worden dichtgebrand, soms wordt de bloeding gestelpt door compressie met wieken. Een opname kan nodig zijn. Bij hardnekkige bloedingen wordt soms het bloedvat behandeld (clipping of cauterisatie) tijdens een ingreep onder algemene verdoving.

In zeldzame gevallen kan een neusbloeding ook een symptoom zijn van een onderliggende aandoening zoals een stollingsstoornis of een gezwel in de neus.