I131-therapie bij schildklierkanker

Op deze pagina

Behandeling met radioactief jodium voor schildklierkanker.

Wat is radioactief jodum?

Radioactief jodium (131-I of radiojood) wordt al meerdere decennia met goede resultaten toegepast voor schildklieraandoeningen. Het is een radioactieve stof die door schildkliercellen opgenomen wordt. Patiënten die een chirurgische verwijdering van de schildklier ondergingen omwille van schildklierkanker kunnen nabehandeld worden met radioactief jodium om een schildklierrest of eventuele uitzaaiingen te bestralen en vernietigen. We bekijken per patiënt of de therapie nuttig is en doen dat altijd in multidisciplinair overleg tussen endocrinoloog, chirurg, oncoloog en nucleair geneeskundige.

Voorbereiding

Om een goede opname van het radiojood in de schildkliercellen te verkrijgen, is het belangrijk om voor de behandeling jodiumhoudende producten te vermijden. Blootstelling aan jodium via radiologische contrastmiddelen (jodiumhoudende CT-contraststof), amiodarone (cordarone), hoestsiroop of mondspoelingen (isobetadine) kan meerdere weken in het lichaam blijven circuleren. Meld het zeker als je dergelijke producten gebruikt hebt in de voorbije maanden. Ook jodium uit kelp of zeewier (bv. sushi), schaaldieren, zoutwatervis, gejodeerd zout neem je beter niet in grote hoeveelheden in voor de behandeling. Wees matig met zuivel, chocolade en brood (tenzij het geen gejodeerd zout bevat).

Patiënten die zwanger zijn of zwanger willen worden moeten dat melden, aangezien de behandeling niet kan doorgaan bij zwangerschap. Na de behandeling gebruik je zes maanden anticonceptie. Met borstvoeding moet je voor de behandeling definitief stoppen.

Om de opname van het radioactieve jodium te bevorderen, mag je twee tot vier weken voor de behandeling geen schildklierhormoon meer innemen. Via een bloedafname controleren we of de behandeling met radioactief jodium kan starten. In sommige gevallen bereiden we je voor met een injectie in de bilspier, 48 uur en 24 uur voor de behandeling. De injectie bevat synthetisch thyroid-stimulerend hormoon (‘recombinant TSH’ genoemd) en bevordert de opname van het radioactief jodium. Je krijgt de injectie ambulant op de dienst nucleaire geneeskunde van de aanwezige arts. Als je de injectie krijgt mag je schildklierhormoon verder innemen.

Verloop van de behandeling

De behandeling met radioactief jodium houdt in dat je een capsule 131-I met water inneemt. Omwille van stralingsbescherming is het noodzakelijk dat je opgenomen wordt in een eenpersoonskamer. Je moet nuchter zijn op de dag van de behandeling. Je medicatie mag je ‘s ochtends innemen met een kleine hoeveelheid water.

Bij de opname neemt de verpleegkundige je bloeddruk, hartslag en temperatuur op en krijg je de nodige uitleg over de kamer. Daarna komt de arts nucleaire geneeskunde om de capsule toe te dienen.

Wat breng je mee?

  • Thuismedicatie
  • Eventueel eigen (niet-alcoholische) drank of eten
  • Ondergoed en pyjama, pantoffels
  • Toiletgerief
  • Boek, tijdschriften, computer, handwerk, gsm en oplader
  • Uw eigen incontinentiemateriaal (indien nodig)

Tijdens je verblijf in het ziekenhuis

  • Je mag de kamer niet verlaten en geen bezoek ontvangen.
  • Roken is niet toegestaan. Informeer bij je arts of apotheker naar ondersteunende medicatie om de dagen in het ziekenhuis te overbruggen als je dat nodig zou hebben.
  • Je moet je zelfstandig wassen en aankleden. Je moet ook ook zelfstandig eten.
  • Een deel van de radioactiviteit verlaat het lichaam via lichaamsvochten zoals urine en (in mindere mate) stoelgang, speeksel- en zweetklieren. Daarom gebruik je tijdens de hospitalisatie speciale vuilnisbakken en toiletten.
  • Drink een extra liter water per dag om de radioactiviteit zo vlug mogelijk uit je lichaam te verwijderen via de urine. Plassen moet altijd zittend. Na elk toiletbezoek was je eerst uitvoerig je handen. Daarna spoel je twee keer door.
  • Neem bij ontslag je ondergoed en pyjama in een aparte plastic zak mee en was ze apart.
  • Ben je incontinent of niet zelfredzaam? Meld ons dat op voorhand!

Afhankelijk van de toegediende dosis 131-I moet je meerdere nachten in het ziekenhuis blijven. We voeren metingen uit om te bepalen hoeveel straling uitgezonden wordt door je lichaam. Als die waarde laag genoeg is, kan je het ziekenhuis verlaten.

Bij ontslag meten we de gedragen kleding en persoonlijke spullen na. Als ze niet radioactief besmet zijn, kan je ze naar huis meenemen. Als ze wel besmet zijn, blijven ze tijdelijk bewaard tot de radioactiviteit voldoende vervallen is.

Nazorg

Na de behandeling vindt er een controlescan (‘posttherapiescan’) plaats op de dienst nucleaire geneeskunde om de opname van radiojood in het lichaam te controleren. Die opname is nodig om te verifiëren dat alle letsels goed behandeld worden en dient voor de verdere opvolging. De datum voor dit onderzoek krijg je bij ontslag.

Als de inname van schildklierhormoon (L-thyroxine, Euthyrox) onderbroken werd voor de behandeling, mag je die bij ontslag herstarten. Het is belangrijk dat je hormoonspiegel goed geregeld is. Je endocrinoloog volgt dit verder op aan de hand van bloedafname.

Bijwerkingen

De bijwerkingen zijn doorgaans mild tot onbestaand:

  • Kort na de inname kan je last hebben aan de maag. Je kan daarvoor eventueel een maagbeschermer innemen.
  • Het is mogelijk dat je enkele dagen een opgezet gevoel in de keel ervaart. Paracetamol of ibuprofen kunnen verlichting geven.
  • De radioactieve stof wordt in beperkte mate opgenomen in de speeksel- en traanklieren waardoor ze licht beschadigd kunnen worden wat in zeldzame gevallen (en vooral bij hogere dosissen) aanleiding kan geven tot een droge mond en droge ogen. Om dat te voorkomen is extra vochtinname aangewezen en eventueel een zuur snoepje om de speekselvloed te stimuleren en zo het risico op speekselklierschade te verminderen.
  • Bij elke vorm van bestraling bestaat een minimaal risico op verminderde vruchtbaarheid. Als je een kinderwens hebt, bespreek de planning met je endocrinoloog of nucleaire geneeskundige.

Veiligheid en leefregels

De eerste weken na de behandeling kun je radioactieve straling uitzenden. Om de stralingsbelasting voor de mensen in je omgeving te beperken, moet je gedurende één à twee weken een aantal veiligheidsmaatregelen in acht nemen, met specifieke aandacht voor kleine kinderen (<6 jaar) en zwangere vrouwen.

De tijdsduur van de veiligheidsmaatregelen is afhankelijk van de toegediende dosis. De arts nucleaire geneeskunde licht toe.

Tabel Nucleaire 131 Therapie 2

Algemene principes

  • Afstand: Hoe verder je verwijderd bent van mensen in je omgeving, hoe lager de stralingsbelasting voor de omgeving.
  • Tijd: De stralingsbelasting voor huisgenoten of andere mensen in je omgeving neemt toe naarmate je meer tijd met hen doorbrengt. Beperk die tijd.
  • Hygiëne: Een goede hygiëne beperkt het risico op besmetting. Omdat de grootste hoeveelheid radioactief product je lichaam verlaat via de urine, kunnen een goede toilethygiëne en het zorgvuldig wassen van je handen het risico op besmetting beperken.

Contact met anderen

  • Bewaar een afstand van minstens een meter ten opzichte van andere mensen en twee meter als het contact langer dan een uur duurt.
  • Houd noodzakelijke contacten op korter dan een meter zo kort mogelijk en beperk ze tot maximaal een halfuur per dag.
  • Vermijd ook niet-dringende of niet-noodzakelijke zorgcontacten (bv. kinesist, tandarts, routinecontroles).
  • De combinatie van duur en afstand zijn van belang, vooral ten opzichte van huisgenoten. Boodschappen doen, wandelen, fietsen zijn geen probleem.
  • Ga niet naar openbare plaatsen die druk bezocht zijn en waar de afstandsregels moeilijk te volgen zijn (bijvoorbeeld: theater of bioscoop). Vermijd langdurige trajecten per bus of trein en neem plaats zo ver mogelijk van andere passagiers.
  • Bij contacten met zwangere vrouwen en kinderen jonger dan 6 jaar, moet je de aanbevelingen langer opvolgen. Vermijd direct lichamelijk contact met kinderen en zwangere vrouwen zoveel mogelijk. Laat kinderen jonger dan 6 jaar die gewoonlijk bij jou verblijven, elders verblijven. Als dat onmogelijk is moet je er absoluut over waken dat de kinderen, in het bijzonder de zeer jonge kinderen, door iemand anders verzorgd kunnen worden om de duur van nabije contacten zo klein mogelijk te houden.
  • Slaap apart. Als dat niet mogelijk is, schuif de bedden twee meter uit elkaar. Let wel: slaap niet in bedden aan weerszijde van dezelfde muur, aangezien de muur niet alle straling tegenhoudt.
  • Neem strikt anticonceptie vanaf de start van de therapie tot zes maanden na de toediening. Zwangerschap of het verwekken van kinderen is verboden gedurende de zes maanden die volgen op de behandeling.
  • Eventuele borstvoeding moet je volledig stopzetten voor de behandeling en kun je niet hernemen na terugkeer naar huis.
  • Arbeidsongeschiktheid: De arts van de dienst nucleaire geneeskunde verklaart de patiënt minstens een week arbeidsongeschikt voor wie buitenshuis werkt. De arbeidsongeschiktheid kan langer zijn bij patiënten die werken met jonge kinderen of zwangere vrouwen.

Persoonlijke maatregelen

  • Gebruik zo mogelijk een apart toilet, plas altijd zittend (ook mannen), was uitvoerig je handen en spoel daarna het toilet tweemaal door met gesloten deksel.
  • Was je beddengoed en ondergoed apart, zeker als dat mogelijks besmet raakte (bv. urineverlies).
  • Gebruik individueel toiletgerief (was­handje, handdoek, tandenborstel …). Na een wasbeurt mag het opnieuw door anderen gebruikt worden.
  • Gebruik afzonderlijk eetgerei (bestek, glas, kopje). Na afzonderlijk afwassen en overvloedig spoelen met water kan bestek weer door iedereen gebruikt worden.
  • Bij overgeven moet je onmiddellijk de arts nucleaire geneeskunde die het radioactieve product toediende raadplegen.

Ontslag

Op het moment van ontslag krijg je een ontslagkaart (‘FANC release card’) mee die je tijdelijk verplicht moet bijhouden (tijdsduur staat vermeld op de kaart).

Bij een onverwachte ziekenhuisopname door welke oorzaak dan ook in deze periode moet je de arts die je in het ziekenhuis behandelt, op de hoogte brengen over de radiojood-behandeling. Je kan deze kaart tonen waarop de contactgegevens van de dienst nucleaire geneeskunde vermeld staan om je in te lichten over de te nemen maatregelen.

Onverwacht overlijden

Bij onverwacht overlijden moeten de dienst nucleaire geneeskunde en arts nucleaire geneeskunde hiervan op de hoogte worden gebracht. Bij overlijden in de eerste weken volgend op je behandeling is het best te kiezen voor begraving omwille van de stralingsbescherming. Op de ontslagkaart staat aangegeven hoelang deze ‘periode van voorzichtigheid’ duurt. Crematie is in die periode niet mogelijk zonder extra voorzorgs- en beschermingsmaatregelen en bijhorende deskundige omkadering.

Reizen

Als je in de nabije toekomst van plan bent te reizen, meldt het aan de arts nucleaire geneeskunde in het AZ Sint-Lucas Gent. Die maakt een attest op.

De inhoud van deze pagina werd samengesteld door de betrokken dienst(en). Laatste update: 25-september-2024.

Nucleaire geneeskunde

Naar boven

AZ Sint-Lucas & Volkskliniek

Groenebriel 1
9000 Gent

GPS adres

Terhagen

09 224 61 11
info@azstlucas.be
Qualicor Europe Logo RGB

AZ Sint-Lucas behaalde het Qmentum-kwaliteitslabel van Qualicor Europe

made by