Als het gezwel klein is en zich maar op één plaats in de borst bevindt, kan een arts een borstsparende operatie (of tumorectomie) uitvoeren. We nemen daarbij enkel het gezwel weg, samen met een randje van het gezonde borstklierweefsel. Borstsparende chirurgie wordt aangevuld met radiotherapie.
Soms moeten er voor de operatie een aantal voorbereidende onderzoeken gebeuren. Welke onderzoeken dit zijn, hangt af van uw leeftijd en uw gezondheidstoestand. De meest voorkomende onderzoeken zijn een bloedafname, een elektrocardiogram en een RX-foto van de longen. Het plannen en opvolgen van deze onderzoeken gebeurt via de preopnamebalie (straat 60). Daar worden ook meteen enkele administratieve zaken in orde gebracht, zoals het ondertekenen van het toestemmingsformulier voor de ingreep en verdoving en het invullen van de preoperatieve vragenlijst.
Als je dit wenst, kun je de preoperatieve onderzoeken ook laten uitvoeren door de huisarts.
Na de consultatie bij je arts maak je kennis met de borstverpleegkundige die jou doorheen het traject zal ondersteunen, informeren en doorverwijzen volgens jouw noden (psycholoog, sociale dienst ...).
Bij een ingreep willen we natuurlijk de kans op infectie voorkomen. Een vlot herstel is essentieel. Als patiënt heb je zelf een stukje in de hand door te zorgen voor een goede lichaamshygiëne:
Als je bloedverdunners neemt, is het belangrijk dat te melden. Je arts zal zeggen of het nodig is om vooraf te stoppen.
Op de dag van de opname meld je je eerst in straat 60 voor de inschrijving. Nadien ga je naar de afdeling begeven. De verpleegkundige op de afdeling begeleidt je naar de kamer. We stellen je enkele vragen over eventuele vorige ziekenhuisopnames, allergieën, medicatie …
De totale duur van de opname varieert tussen de twee à vijf dagen. De precieze duur is afhankelijk van hoe snel je herstelt.
Verpleegkundige voorbereidingen
De verpleegkundigen zullen volgende voorbereidingen treffen:
Op de afdeling
De dag van de operatie vraagt de verpleegkundige jou om een operatiehemd (en steunkousen) aan te trekken. Juwelen en eventuele tandprothese(s), bril of lenzen moeten verwijderd en veilig opgeborgen worden. De verpleegkundige zegt je welke thuismedicatie je nog mag nemen en je krijgt zo nodig een rustgevend geneesmiddel dat door de anesthesist is voorgeschreven. Je wordt naar de voorbereidingsruimte gebracht op de operatieafdeling. Daar krijg je nog een administratieve controle door de verpleegkundige. De anesthesist en de gynaecoloog/chirurg zullen jouw eventuele vragen beantwoorden.
In de operatiezaal
De anesthesist plaatst in de operatiezaal het infuus langs waar de medicatie toegediend wordt om je in slaap te brengen (narcose). De verpleegkundige van de operatiezaal zal nog een aantal voorbereidingen doen zoals o.a. elektroden (om het hartritme te controleren), een bloeddrukmeter, enz. aanleggen om je goed te kunnen volgen tijdens de ingreep. De ingreep duurt gemiddeld anderhalf à twee uur.
De narcose wordt beëindigd op het moment dat de gynaecoloog/chirurg klaar is met de operatie. Zodra je wakker wordt, ga je naar de ontwaakruimte (recovery of PAZA: Post-Anesthesie ZorgAfdeling). Hier zal je nog ongeveer twee uur verblijven. Wanneer je voldoende wakker bent en de pijn onder controle is, word je in de loop van de dag naar de afdeling teruggebracht. Bij pijn en/of misselijkheid krijg je via het infuus medicatie toegediend. Als dit onvoldoende is, meld je dat best aan de verpleegkundige. Mogelijk heb je een drain ter hoogte van de borst en/of oksel voor het afvloeien van wondvocht.
De arts beslist wanneer je voorzichtig mag starten met drinken en eten.
We raden aan om vanaf de dag na de ingreep (en ook 's nachts) een bh (liefst zonder beugels) te dragen om de borst te ondersteunen.
Elke ingreep kan leiden tot verwikkelingen. De meest voorkomende zijn trombose, bloedingen en infectie.
Trombose
Bij een trombose is er sprake van een stolsel of klontertje dat zich vormt in de bloedvaten aan de binnenzijde van de vaatwand. Dit kan men voorkomen met een bloedverdunnend spuitje en door het dragen van steunkousen tijdens het ziekenhuisverblijf. Deze kousen voorkomen ook het ontstaan van flebitis, ook wel ontsteking van de aders genoemd. Zowel trombose als flebitis ontstaan door onvoldoende beweging en bedlegerigheid. Hoe uitgebreider de operatie, hoe hoger het risico op trombose.
Bloedingen
Na een ingreep kan bloedophoping optreden. Soms is hiervoor een nieuwe ingreep nodig.
Infectie
Bij een infectie zijn ziekteverwekkende micro-organismen aanwezig in het lichaam die zich kunnen vermenigvuldigen. Na een operatie kan een infectie optreden. Dit vertaalt zich meestal in koorts, pijn, roodheid en warmte ter hoogte van de wonde. Soms is het nodig om antibiotica te starten.
Pijn
Een borstoperatie is over het algemeen niet zo’n pijnlijke ingreep. De anesthesist voorziet in elk geval het nodige. Als je toch pijn hebt is het belangrijk dit te melden. De verpleegkundige dient je dan de voorgeschreven medicatie toe. Bij het bewegen van de arm kun je wat hinder ondervinden. Als dit te pijnlijk is, kun je steeds een pijnstiller vragen. Bewegen is erg belangrijk. Tijdens de ingreep worden er onvermijdelijk een paar huidzenuwen doorgesneden. Je kunt daardoor een slapend, brandend of tintelend gevoel hebben ter hoogte van de onder- en achterzijde van de arm en de oksel. Dit kan meerdere weken of maanden aanhouden.
Je krijgt de datum voor de controle-afspraak bij het ontslag uit het ziekenhuis. De controle vindt meestal plaats 8 à 10 dagen na ontslag.
In principe heb je geen thuisverpleging nodig. Als de okselklieren zijn verwijderd, heb je nog een drain met opvangzakje. Je kunt het zakje zelf ledigen en de dagelijkse hoeveelheden noteren. Vind je dat te moeilijk of te confronterend, dan kan er thuisverpleging ingeschakeld worden.
Op de wonde ligt een verband waarmee je gewoon kunt douchen. Als je een drain hebt, wacht je beter tot deze verwijderd is. De hechtingen zijn oplosbaar. Het verband mag verwijderd worden na één week. Als je hierover vragen hebt of je zorgen maakt, kun je steeds terecht bij de borstverpleegkundige.
Bij pijn kun je - na overleg met je arts - paracetamol (bv. Dafalgan©, Perdolan© mono ...) innemen.
De controleafspraken vinden plaats bij jouw behandelende arts. Ben je doorverwezen naar een andere arts, dan ga je daar op controle.
Om je te helpen bij het vinden van een nieuw evenwicht in je leven en te werken aan herstel, kun je altijd terecht bij de borstverpleegkundige of psycholoog. Zij kunnen meer info geven over bewegingsprogramma’s (bv. B-care), mindfulness,...
Hebben jij of jouw familie nog vragen of bezorgdheden dan kun je altijd terecht bij de huisarts, de behandelende arts, de borstverpleegkundige, de sociaal werker, de psycholoog, de kinesitherapeut (fysiotherapeut) en de diëtist. Aarzel niet om contact met hen op te nemen.
Het vaststellen van kanker, de borstamputatie en de intensieve behandeling zijn emotioneel ingrijpend. Hoe je door je omgeving wordt opgevangen is hierbij van groot belang. Bij moeilijkheden rond verwerking, relatie en seksualiteit kun je eveneens een beroep doen op de psycholoog.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen