De ruggenwervels staan als blokjes op elkaar gestapeld, telkens met een tussenwervelschijf ertussen. Achterin de rug staan de ruggenwervels echter in contact met elkaar ter hoogte van de facetgewrichtjes. Elke wervel staat met twee facetgewrichtjes (een links en een rechts) in contact met de wervel erboven en met twee facetgewrichtjes (opnieuw een links en een rechts) in contact met de wervel eronder. Onder andere door belasting en slijtage kunnen er zich ter hoogte van de facetgewrichtjes veranderingen voordoen. De gewrichtjes kunnen ontsteken, de zenuwen die de gewrichtjes innerveren kunnen overprikkeld geraken. Je ervaart dit als pijn.
Bij een therapeutische facetinfiltratie brengen we met behulp van röntgenstralen het aangetaste facetgewricht in beeld. Vervolgens brengen we onder geleide van röntgenstralen de naald tot aan het gewrichtje en spuiten we lokale verdoving en een ontstekingsremmer (meestal cortisone) in. De lokale verdoving verdooft de zenuwtak aan het gewrichtje meteen, maar slechts tijdelijk. Dat geeft onmiddellijk na de behandeling kortdurend pijnstilling. De ontstekingsremmer begint pas ten vroegste na 24 uur te werken. Het kan een aantal dagen duren vooraleer het effect van de behandeling duidelijk wordt. Soms zijn er meerdere infiltraties nodig om het effect te bestendigen.
In principe is deze behandeling mogelijk op alle niveaus van de wervelkolom, van de nek tot de stuit. Bij goed maar te kort aanhoudend effect van de behandeling kan de arts beslissen om over te gaan tot behandeling met radiofrequente stroom ter hoogte van een of meerdere facetgewrichtjes.
|
Schrijf je in straat 60 (vlak naast het onthaal) met je identiteitskaart in voor een dagopname pijncentrum. Volg de wegwijzers naar straat 79 (eerste verdieping). Scan ter hoogte van wachtzaal A de QR-code op je klevers en neem plaats in wachtzaal A.
Een verpleegkundige van het dagziekenhuis komt je halen uit de wachtzaal. In een afgescheiden opnamelokaal overlopen we alle medisch relevante zaken.
Vervolgens krijg je een bed met koffer toegewezen in de opnamezaal. Om praktische redenen kan er geen bezoek bij je blijven. Je trekt een operatiehemd aan dat sluit aan de achterkant. Je bh en broek mag je aanhouden. We prikken een waakinfuus waarlangs we zo nodig medicatie kunnen toedienen tijdens of vlak na de behandeling.
Bij het binnenkomen van de behandelruimte ontmoet je de behandelende arts en de pijnverpleegkundige. In deze zaal zie je verder een beeldscherm en een röntgenapparaat. Deze toestellen zijn nodig om de juiste plaats voor de prik te bepalen.
We vragen je om op je rug of buik op de behandeltafel te gaan liggen. De positie is afhankelijk van waar er geprikt wordt. Een verpleegkundige ontsmet de prikplaats met een koude, roodbruine of kleurloze ontsmettingsstof. De arts plaatst onder geleide van de röntgenstralen één of meerdere naalden ter hoogte van de facetgewrichtjes die de pijn vermoedelijk veroorzaken. Eens ter plaatse wordt geïnfiltreerd met een ontstekingsremmer (meestal cortisone).
Na het verwijderen van de naald(en) leggen we een doucheverbandje aan. Je hoeft geen verdere wondzorg te voorzien.
Na de infiltratie ter hoogte van de nek of borstwervels brengen we je terug naar de opnamezaal waar je vitale parameters gemonitord worden. Als je je goed voelt, kan je ruim een half uur na de behandeling het ziekenhuis verlaten.
Op de dag van de behandeling mag je niet actief deelnemen aan het verkeer. Zorg op voorhand zelf voor een begeleider of bezoldigd vervoer of neem het openbaar vervoer.
Voor deze behandeling voorzien we één dag arbeidsongeschiktheid: de dag van de behandeling zelf.
De plaatselijke verdoving die je krijgt werkt meteen pijnstillend, maar is na enkele uren uitgewerkt. De cortisone heeft ten vroegste na 24 uur effect. Het effect neemt toe in de dagen nadien tot de vijfde dag na de behandeling.
Soms moeten we de behandeling meer dan één keer uitvoeren om een goede respons te bekomen. We laten minstens twee weken tussen twee behandelingen.
Normaal gezien kom je een paar weken na de behandeling terug op consultatie bij de pijnspecialist of bij je doorverwijzende arts.
De behandeling is over het algemeen veilig, maar aan elke behandeling zijn nevenwerkingen en complicaties verbonden. De meest voorkomende bijwerking is pijn. Dat is slechts tijdelijk en verdwijnt na enkele dagen.
Je kunt na de behandeling tijdelijk draaierig zijn, een verdoofd gevoel ervaren ter hoogte van de prikplaats of moeilijkheden hebben met de ademhaling.
Mogelijke nevenwerkingen van cortisone zijn blozen, zweten, hartkloppingen, kloppende hoofdpijn, verhoogde bloeddruk en tijdelijke verhoging van de bloedsuikerspiegel.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen