Holtermonitoring

Dit toestel zal door je arts worden geadviseerd wanneer je klachten hebt van hartkloppingen of duizeligheid, wanneer je bewustzijnsverlies hebt gehad of wanneer er bepaalde ritmestoornissen moeten worden opgespoord.

Dit kleine, draagbare toestel wordt door de verpleegkundige met enkele elektroden aan de borstkas bevestigd, waarna je het toestel thuis draagt. Je mag met dit toestel Je dagelijkse activiteiten uitvoeren en je slaapt er ook mee. Contact met water is niet toegestaan.

Naast de automatische registratie van het hartritme die het toestel maakt, kun je ook aangeven wanneer je specifieke klachten ondervindt. Op het moment van symptomen druk je op de knop van het toestel, waarna een specifieke registratie wordt gemaakt. Op het bijgevoegde document kun je noteren op welk tijdstip je welke klachten had. Dit kan achteraf dan beoordeeld worden.

Bij het beëindigen van het onderzoek lever je het toestel in, waarna de resultaten geanalyseerd worden. Je arts zal de resultaten verder met jou bespreken.

Event recorder

Het gebeurt regelmatig dat de patiënt geen symptomen heeft tijdens het dragen van de holtermonitor. Dit kan onder meer wanneer de klachten maar sporadisch optreden, zoals enkele malen per maand.

Wanneer er tijdens het dragen van de holtermonitor geen symptomen waren en de ritmeregistratie normaal is, kan aanvullend geopteerd worden voor een event recorder. Dit is een gelijkaardig toestel dat je gedurende langere tijd (ongeveer een maand) mee naar huis krijgt. Het maakt geen permanente registratie van het hartritme, maar je moet het apparaatje op het moment van klachten tegen de borstkas te houden, om zo een registratie van het hartritme te maken. Je neemt het toestel dan best ook overal mee, zodat je het steeds bij jou hebt op het moment dat symptomen optreden.

Nadat je het toestel hebt teruggebracht, worden de verschillende registraties op het moment van symptomen geanalyseerd. Als er ritmestoornissen worden gedetecteerd, zal je arts het verdere beleid met jou bespreken.