Inwendige bestraling van de baarmoeder (brachytherapie)

Wat is brachytherapie?

Brachytherapie is een inwendige bestraling, dus de bestralingsbron wordt in een lichaamsholte (de baarmoeder) ingebracht. ‘Brachy’ betekent ‘korte afstand’, dus de bestraling gebeurt op een korte afstand van de applicator. De behandeling wordt vaak voorafgegaan door een uitwendige bestraling in combinatie met wekelijkse chemotherapie.

We brengen de applicator in tijdens een korte algemene verdoving. In totaal gebeuren vier inwendige bestralingen, gespreid over twee opnames (twee behandelingen per opname).

We voorzien een opname van twee nachten, meestal van dinsdagavond tot donderdagmiddag:

• Dinsdagavond: preoperatieve zorgen.
• Woensdagmiddag: plaatsing applicator onder verdoving en eerste behandeling.
• Donderdagochtend: tweede bestraling met nadien verwijdering van de applicator en ontslag.

Uitzonderlijk gebeurt de verwijdering onder een tweede korte verdoving. De volledige procedure herhaalt zich een week later.

Opnameverloop

De dag van de opname schrijft u zich eerst in aan het onthaal in straat 60. Daarna gaat u naar de verpleegafdeling.

Wat breng je mee

• identiteitskaart
• slaapkleedje, toiletgerief ...
• je medicatie
• verstrooiing (boek, pc …)

Voorbereiding

• overlopen ingevulde vragenlijst MRI
• licht verteerbare voeding tot 24u (nadien nuchter)
• scheren gynaecologische streek
• eventueel toedienen van premedicatie
• darmlediging

Verloop

De plaatsing gebeurt door de radiotherapeut-oncoloog en de gynaecologische oncoloog in de operatiezaal tijdens een korte verdoving. Ze plaatsen ook een blaaskatheter. Nadien fixeren ze de applicator met kleefpleisters. Na de plaatsing blijf je op je rug liggen en vanaf dan blijf je in bed.

Als je voldoende wakker en stabiel bent, brengen we je naar straat 21 voor een MRI-onderzoek. Daarna brengen we je in je bed naar straat 51, waar we een CT-scan nemen. De onderzoeken zijn nodig om een correct behandelingsplan te kunnen opstellen.

Na de dosisberekening sluit de arts de applicator aan op het bestralingstoestel waarin zich de stralingsbron bevindt. De arts deelt je mee hoelang de bestraling duurt (gemiddeld een tiental minuten). Wanneer de bestraling start, blijf je eventjes alleen in de kamer. Er is een bel waarmee je de verpleging kunt bereiken en tijdens de behandeling zien wij je via een camera.

Van de bestraling zelf voel je niets. Je hoort een signaal om het begin van de bestraling aan te geven en tijdens de bestraling hoor je een licht zoemend geluid. Blijf tijdens de bestraling vooral rustig liggen en probeer zo weinig mogelijk te bewegen.

Omdat de applicator tussen de beide behandelingen (24 uur) in de baarmoeder blijft, moet je rustig in ruglig in bed blijven. We voorzien licht verteerbare voeding. De tweede dag van elke behandeling gebeurt vooraf nog een controle CT-scan voor we de tweede bestraling starten.

Ontslag

Na de bestraling verwijdert de arts de applicator en de verpleegkundige de blaassonde en kleefpleisters. Je krijgt nog een vaginale spoeling en blijft nog even op de kamer ter observatie.

Nazorg

Volgende bijwerkingen kunnen optreden:

• pijn bij het plassen
• vaginale irritatie
• huidirritatie

De eerste dagen na de bestraling krijg je best tweemaal per dag een vaginale spoeling. Je krijgt een attest voor de thuisverpleging. Je kunt de spoeling ook zelf uitvoeren. Vraag raad aan de verpleegkundige.

Drink de week na elke behandeling voldoende om blaasinfecties te vermijden.

We plannen een consultatie bij de radiotherapeut-oncoloog ongeveer vier weken na de inwendige bestraling. Verdere opvolging gebeurt door je vertrouwde gynaecoloog.

Bij je ontslag krijg je alle documenten en afspraken mee.