De verwijdering van de blaas en prostaat met aanleggen van een urostoma
De urineblaas is een hol en gespierd orgaan dat zich in het kleine bekken bevindt. De urineblaas heeft als functie het tijdelijk ophouden van urine en is bovenaan verbonden met de urineleiders afkomstig uit de nieren en onderaan is deze verbonden met de plasbuis.
De prostaat is een klier die een deel van het zaadvocht maakt en die zich net onder de blaas bevindt rond omheen de plasbuis. Door de positie van de prostaat tegenaan de blaas is het niet mogelijk om de blaas te verwijderen zonder ook in eenzelfde tijd de prostaat mee te nemen.
De lymfeklieren zijn punten waar de lymfe of het weefselvocht gefilterd wordt. In deze klieren bevinden zich afweercellen van het lichaam die onzuiverheden in het weefselvocht bestrijden. Kwaadaardige cellen kunnen zich ook stapelen in deze lymfeklieren.
Bij een radicale cystoprostatectomie wordt de blaas weggenomen samen met de prostaat en de zaadblaasjes. Dit wil zeggen dat de blaas bovenaan losgemaakt wordt van de urineleiders uit de nier en dat deze onderaan los gemaakt wordt van de plasbuis. Tegelijkertijd worden ook de lymfeklieren in het kleine bekken weggenomen: de lymfadenectomie. Het doel van wegname van deze lymfeklieren is de kans op genezing nog te vergroten. Het doel van deze operatie is om je te genezen van het blaaskankergezwel. De kans op totale genezing hangt af van de uitgebreidheid van het blaasprobleem voor de operatie.
Na het wegnemen van de blaas en de lymfeklieren dient de urine een andere weg te krijgen om uit het lichaam gebracht te worden. In overleg met je uroloog heb je gekozen voor een bricker stoma. Dit stoma wil zeggen dat de urineleiders ingeplant worden op een stukje dunne darm van 10 – 15 centimeter dat aan de rechterzijde van je lichaam naar buiten wordt gebracht.
Twee dagen voor de ingreep begin je je voeding aan te passen. Je voeding moet vezelarm zijn. Een opsomming van vezelarme voedingsmiddelen vind je hier. De dag voor de ingreep mag je geen vast voedsel meer eten. Je drinkt heldere dranken (bij voorkeur dranken met veel calorieën zoals Isostar, Aquarius…) Water, cola, limonade en thee zijn toegelaten. Geen vruchtensap met pulp, geen soep met stukjes in. Vanaf middernacht voor de ingreep mag je niets meer eten of drinken want je moet onder volledige verdoving gebracht worden. Als je de avond voor de ingreep wordt opgenomen krijg je nog een klein darmlavement zodat de endeldarm vrij is van stoelgang.
Neem de medicatie mee die je gewoonlijk thuis inneemt (liefst in de originele verpakking). Mogelijk neem je thuis al 1 of meerdere bloedverdunnende medicamenten. De uroloog zal je (al dan niet in samenspraak met de huisarts of cardioloog) advies geven of je deze moet stoppen of vervangen enkele dagen voor de ingreep.
De avond voor de ingreep word je opgenomen op de verpleegafdeling. Breng zeker nachtkledij, toilet- en wasgerief mee. Een paar pantoffels en ochtendjas zijn handig. Als je anti-emboliekousen hebt van een eerdere opname kun je deze ook meenemen. Als je voorgaande onderzoeken liet uitvoeren bij de huisarts of hart – of longspecialist zoals een bloedafname, een electrocardiogram of een longfoto moet je deze ook meebrengen naar het ziekenhuis en aan de verpleegkundige van de dienst bezorgen. Juwelen, een kunstgebit, een hoorapparaat en een bril mogen niet mee naar de operatiezaal en dienen op je kamer te blijven. Bij opname zal men je op de afdeling ook scheren zodat de huid goed ontsmet kan worden tijdens de ingreep. De beharing wordt weggeschoren ongeveer 5 centimeter boven de navel tot en met het schaamhaar. Als je dit wenst kun je dit ook zelf doen vooraleer je naar het ziekenhuis komt. Men zal de avond voor de ingreep nog een bloedafname doen voor bepaling van de bloedgroep en het bestellen van zakjes bloed (indien nodig). Op de buik zal met een stift de plaats van het urostoma aangeduid worden.
Na de operatie word je naar de dienst intensieve zorgen gebracht. Bezoek kun je pas ontvangen enkele uren nadat je wakker bent. Op eenvoudige verzoek zal de chirurg je naasten na de ingreep bellen om te laten weten hoe de ingreep verlopen is.
Je zult merken dat er enkele buisjes in je lichaam zitten. Een wonddrain zal zich langs de buikwand bevinden in je buik. Dit buisje dient om overtollig wondvocht na de operatie af te voeren en wordt meestal de tweede dag na de ingreep verwijderd. Je zal ook een infuus in de armen krijgen waarlangs je pijnstilling en vocht krijgt. Ook in uw hals zal je een infuus hebben waarlangs men antibioticum, vocht en pijnstilling kan geven. Afhankelijk van je herstel wordt dit infuus in de hals verwijderd na 3 tot 7 dagen. Op de buik zal een stomazakje gekleefd zitten rond het urostoma. Uit het urostoma zal een fijn siliconen buisje zitten dat dient om de urine af te voeren omdat in het begin het stoma wat gezwollen kan staan.
Wanneer je op de kamer komt, zal je merken dat de verpleegkundige je zal stimuleren om snel rechtop te zitten en snel terug te beginnen met eten. Dit bevordert je herstel en zal ervoor zorgen dat je tijdig naar huis kan. Een verpleegkundige zal je in het begin helpen met dagelijkse lichaamsverzorging en je nadien aanmoedigen om die taken weer zelf uit te voeren vooraleer je naar huis gaat.
De gemiddelde hospitalisatieduur na een blaasoperatie met urostoma bedraagt 7-10 dagen. De arts beslist in overleg met jezelf en de verpleegkundige wanneer je naar huis kan gaan. Indien er voorzien wordt dat je meer hulp nodig hebt thuis wordt dit liefst voor de hospitalisatie reeds aangekaart met de sociale dienst van het ziekenhuis. Wanneer je naar huis kan gaan zal er ook thuisverplegende hulp voorzien worden gedurende de eerste weken. Deze mensen zullen je ook de eerste weken helpen met de stomazorg tot je dit zelf goed onder de knie hebt.
Het hele team van verpleegkundigen, anesthesisten en de chirurg stelt alles in het werk om de operatie vlot te doen verlopen. Ondanks deze voorzorgen is het mogelijk dat je een ongewenste bijwerking ervaart. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven. Deze worden vermeld voor de volledigheid, laat je hierdoor dus niet afschrikken.
Een nabloeding na het verwijderen van de blaas is mogelijk. Dit is een slechts zeldzaam voorkomend probleem. Meestal stopt dergelijke bloeding vanzelf door je eigen bloedstolling. Soms is een bloedtransfusie nodig en slechts zeer zelden is een nieuwe interventie van de chirurg noodzakelijk.
Een wondinfectie kan optreden door huidbacteriën die zich in de operatiewondjes nestelen. Dit probleem is bijna steeds met antibiotica te behandelen. Voor de operatie wordt je huid ook grondig ontsmet om dit probleem te vermijden.
Voor je ingreep is een stukje dunne darm gebruikt. Nadien werd de continuïteit van de darm terug hersteld maar het is mogelijk dat je toch wat maag-darm ongemakken hebt zoals een brakerig gevoel of diarree. Indien dit probleem blijft aanhouden vermeld je dit best aan je behandelend uroloog.
Een nierontsteking of een bloedklonter in de benen zijn ook mogelijke ongewenste effecten na de operatie.
Bij het wegnemen van de blaas wordt ook de prostaat mee weggenomen. De zenuwen en bloedvaten die belangrijk zijn voor de erectie lopen aan beide zijden van de blaas en nadien ook tegenaan de prostaat. Afhankelijk van de plaats van de tumor in je blaas en de aan- of afwezigheid van een gelijktijdige tumor van je prostaat kan je uroloog voorstellen om aan 1 of 2 zijden deze zenuwbundels te sparen. Zelfs bij het volledig sparen van 2 zijden kan er geen garantie gegeven worden op een succesvolle erectie. Indien je reeds voor de operatie erectiestoornissen hebt is de kans op erectie nadien nog kleiner. Ook hier is opnieuw heel wat geduld vereist: het definitieve resultaat van de erectie kan pas na 1 of zelfs 2 jaar aanwezig zijn. Er bestaan heel wat hulpmiddelen en je uroloog zal je hierbij begeleiden. Een orgasme kun je nog beleven maar hierbij zal geen zaadvocht meer vrijkomen wat ook betekent dat je onvruchtbaar wordt. Je libido of de ‘goesting’ om betrekking te hebben wordt door deze ingreep niet aangetast want deze wordt bepaald door je hormonen en niet door je prostaat. De diagnose van kanker kan er uiteraard wel voor zorgen dat je minder zin hebt in seksuele betrekkingen.
Vochtopstapeling in de penis/balzak en de benen kan aanwezig zijn na de ingreep. Na het uitvoeren van een lymfeklierbehandeling is deze kans nog groter. Meestal is deze zwelling tijdelijk en beperkt. Hoogstand van het scrotum (door een handdoek tussen de benen te leggen) en hoogstand van de benen (op een bankje bij zitten in de zetel) kan helpen om de drainage te bevorderen. Indien de penis dermate gezwollen is dat de voorhuid niet naar achter gebracht kan worden, adviseren wij om dit ook tijdelijk niet te doen.
Het hebben van een urostoma vergt toch wat aanpassing in je dagelijkse routine. Het gevoel om te moeten plassen is niet meer aanwezig. Door op regelmatige tijdstippen het stomazakje te “voelen” kun je inschatten wanneer je naar een toilet moet om het zakje te ledigen. ‘s Avonds vergt het enige aanpassing om aangekoppeld aan een urinezak te slapen. Wanneer je in het begin leert werken met het urinestoma kan een ongelukje of lekje niet altijd vermeden worden. Tijdig vervangen van het stomamateriaal kan preventief werken. Best neem je toch steeds een verse plaat en zakje mee. Uit ervaring weten wij dat de meeste mensen na een 2-tal maanden vertrouwd zijn met het stomamateriaal en dit in hun dagelijkse routine kunnen opnemen.
Het stomamateriaal brengt ook bepaald kosten met zich mee. Gelukkig is hier vanuit de overheid een terugbetaling voorzien. Per 3 maand krijg je een dotatie met 60 zakjes en 45 huidplaten. Je kunt het zakje dus om de 1,5 dag wisselen en de plaat om de 2 dagen. Je kuknt deze spullen afhalen bij de apotheek met voorschrift van je arts.
Lichte huishoudelijke taken kun je reeds verrichten vanaf 6 weken na de operatie. Zware inspanningen zijn de eerste 3 maanden absoluut niet aangewezen. Ook fietsen mag je de eerste 3 maanden zeker niet doen aangezien je dan druk geeft op de operatieplaats. Wij hebben het liefst dat je de eerste 6 maanden na dergelijke operaties geen (verre) reizen plant zodat je in optimale omstandigheden kunt herstellen. Als je een bureaujob uitoefent, kun je vermoedelijk na een 3-tal maanden (halftijds) werken. Indien je een fysiek belastende job uitoefent, moet je toch minstens rekenen op 6 maanden ongeschiktheid. Het is verstandig om jezelf voldoende tijd te geven om te herstellen en op regelmatige tijdstippen te rusten.
De wondjes van de operatie zullen bedekt worden door verbandjes. Indien deze droog blijven, moeten ze niet dagelijks verzorgd worden. Indien bebloed of nat door wondvocht is er wel een dagelijkse desinfectie en vervanging van de verbandjes nodig. Met sommige waterafstotende verbandjes mag je ook douchen. Een bad mag je pas nemen nadat de wondjes volledig genezen zijn.
Je dient je anti-emboliekousen te dragen gedurende 2 weken na de operatie. Tevens zal je dagelijks een inspuiting met een bloedverdunner krijgen ter preventie van bloedklonters. Deze inspuitingen moet je ook thuis verder zetten voor een totale duur van 30 dagen. Hiervoor kan een thuisverpleegkundige langskomen.
De eerste weken na de operatie kun je nog wat pijn ervaren ter hoogte van de buikwand. Hiervoor wordt gewoonlijk bij ontslag pijnstilling voorzien die je ook mag innemen. Indien je pijn hebt, adviseren wij om deze medicatie ook te nemen want pijnvrij zal je sneller herstellen.
Patiënten die getroffen worden door blaaskanker kunnen de gevolgen van deze ziekte voelen op fysiek, maar ook sociaal en emotioneel vlak. Je levenskwaliteit en je zelfbeeld kunnen door de ziekte en de behandeling van deze ziekte veranderen. Voor zowel jezelf als patiënt maar ook voor je familie en naasten kunnen er heel wat vragen zijn. Praat hier dan ook tijdig over met je uroloog, de verpleegkundige van onze urologie dienst of andere zorgverleners. Ook patiëntenverenigingen kunnen hierbij helpen.
Na het uitvoeren van een blaasoperatie is het belangrijk dat je goed opgevolgd wordt door je uroloog en je huisarts. De verdere opvolging zal je op dat moment dan ook uitgelegd worden afhankelijk van je specifieke situatie. Na de operatie wordt de blaas onderzocht. In sommige gevallen kan de uroloog je aanbevelen om nog een nabehandeling te krijgen door middel van bestraling of medicatie. Deze beslissing zal altijd in samenspraak met jou gebeuren.
Indien je nog vragen hebt, kun je steeds contact opnemen met onze urologische verpleegkundigen of onze artsen. Wij kunnen je niet altijd meteen te woord staan wanneer wij andere patiënten helpen met een consultatie of een operatie. Om sommige zaken te bespreken, kom je ook beter op afspraak op de consultatie urologie. Voor echt dringende zaken contacteer je onze dienst spoedgevallen die ons zullen verwittigen van je probleem.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen