Het verwijderen van de schildklier kan om verschillende redenen nodig zijn:
We verwijderen de schildklier volledig. Dat kan nodig zijn als de schildklier zo groot is dat slikken of ademen moeilijk worden. Ook een abnormale werking van de schildklier of schildklierkanker kunnen redenen zijn voor een volledige verwijdering.
We verwijderen één helft van de schildklier in zijn geheel. Bijvoorbeeld bij een knobbel in een helft van de schildklier, waarbij het onduidelijk is of de knobbel goedaardig of kwaadaardig is.
Bij een schildklieroperatie lig je met het hoofd zo ver mogelijk achterover. Via een horizontale snee in een huidplooi van de hals maken we de schildklier los van de luchtpijp en de omgevende structuren. We zoeken daarbij de stembandzenuw en bijschildkliertjes op en sparen ze zorgvuldig. Afhankelijk van het soort operatie laten we één of twee dunne slangetjes (drains) in het operatiegebied achter om bloed dat zich daar nog verzamelt te kunnen afvoeren.
We sturen de verwijderde schildklier op naar het laboratorium om te laten onderzoeken door de anatoompatholoog. Het resultaat hiervan wordt op de vervolgafspraak besproken.
Een schildklieroperatie is een veilige operatie met weinig complicaties en een vlot herstel. Bij elke operatie bestaat de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij deze operatie de normale risico’s zoals trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfectie.
Er zijn ook enkele complicaties die eigen zijn aan de ingreep:
Door de operatie is de schildklierhormoonproductie gedeeltelijk (bij halve verwijdering) of volledig (bij volledige verwijdering) stilgevallen. Daarom moet je, wellicht blijvend, schildklierhormoon innemen.
Een week na de ingreep starten we de medicatie op. De verdere opvolging van de schildklierfunctie gebeurt door de endocrinoloog.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen