Wat is een borstamputatie (=mastectomie)?

Bij een mastectomie verwijderen we de volledige borstklier met overliggende huid en tepel. Meestal heb je een horizontaal litteken dat loopt over de helft van de borstkaswand tot in de oksel.

We kiezen voor een borstamputatie als:

  • het gezwel groter of gelijk is dan 5cm;
  • er meerdere gezwellen in de borst aanwezig zijn;
  • het gezwel groot is ten opzichte van de totale grootte van de borst;
  • de snijranden na een borstsparende operatie nog kwaadaardige cellen bevatten;
  • de borst al eerder werd bestraald;
  • je zelf kiest om de volledige borst te laten verwijderen;
  • bij sommige vormen van DCIS: als de “verkalkingen“ zich op meerdere plaatsen in de borst bevinden.

Huidsparende mastectomie

Bij een huidsparende mastectomie sparen we de huid van de borst (enveloppe). Tepel en soms ook tepelhof en de inhoud van de borst worden weggenomen. Er is een insnede rond het tepelhof en een verticale insnede in het onderste deel van de borst.

We gebruiken deze techniek in het vooruitzicht van een reconstructie.

Voor de operatie

Soms moeten er voor de operatie een aantal voorbereidende onderzoeken gebeuren. Welke onderzoeken dit zijn, hangt af van uw leeftijd en uw gezondheidstoestand. De meest voorkomende onderzoeken zijn een bloedafname, een elektrocardiogram en een RX-foto van de longen. Het plannen en opvolgen van deze onderzoeken gebeurt via de preopnamebalie (straat 60). Daar worden ook meteen enkele administratieve zaken in orde gebracht, zoals het ondertekenen van het toestemmingsformulier voor de ingreep en verdoving en het invullen van de preoperatieve vragenlijst.

Als je dit wenst, kun je de preoperatieve onderzoeken ook laten uitvoeren door de huisarts.

Verpleegkundig consult

Na de consultatie bij je arts maak je kennis met de borstverpleegkundige die jou doorheen het traject zal ondersteunen, informeren en doorverwijzen volgens jouw noden (psycholoog, sociale dienst ...).

Infectierisico’s voorkomen

Bij een ingreep willen we natuurlijk de kans op infectie voorkomen. Een vlot herstel is essentieel. Als patiënt heb je zelf een stukje in de hand door te zorgen voor een goede lichaamshygiëne:

  • Neem op de dag van de ingreep een douche met gewone zeep, tenzij de behandelende arts andere instructies geeft. Ook je haar mag met gewone shampoo gewassen worden.
  • Poets je tanden goed.
  • Knip de nagels van vingers en tenen kort. Via de vingertop meten we tijdens de operatie het zuurstofgehalte in het bloed. Kunstnagels en nagellak belemmeren dit.
  • Gebruik de ochtend van de ingreep geen make-up, deodorant of bodylotion.
  • Laat juwelen en piercings thuis. Ze kunnen brandwonden veroorzaken als men gebruik maakt van elektrocoagulatie (een elektrisch instrument waarmee men de bloedvaten dichtschroeit).
  • Scheer je niet met een scheermesje, want dit veroorzaakt kleine letsels. Ontharen gebeurt het best in het ziekenhuis met een medische tondeuse: dit vermindert de kans op huidirritaties.
  • Rook je? Stop twee dagen voor de ingreep met roken.

De opname

Als je bloedverdunners neemt, is het belangrijk dat te melden. Je arts zal zeggen of het nodig is om vooraf te stoppen.

Op de dag van de opname meld je je eerst in straat 60 voor de inschrijving. Nadien ga je naar de afdeling begeven. De verpleegkundige op de afdeling begeleidt je naar de kamer. We stellen je enkele vragen over eventuele vorige ziekenhuisopnames, allergieën, medicatie,…

Je kunt tijdens je verblijf kennismaken met een sociaal werker die je zal begeleiden bij het oplossen van praktische problemen tijdens en na de behandeling. Een gesprek met de psycholoog zal jou ook voorgesteld worden ter ondersteuning.

De totale duur van de opname varieert tussen de twee à vijf dagen. De precieze duur is afhankelijk van hoe snel je herstelt.

Verpleegkundige voorbereidingen

De verpleegkundigen zullen volgende voorbereidingen treffen:

  • Bloedafname + EKG (meestal reeds voordien afgenomen, graag resultaat 72 uur voor de opname bezorgen aan de preopnamebalie).
  • Scheren: zo nodig scheren we de okselharen af.
  • Nagellak en make-up worden verwijderd.
  • Als je medicatie nodig hebt om te slapen, bespreek dit dan steeds met je arts of anesthesist.
  • Je mag niks meer eten, drinken of roken vanaf middernacht de dag voor jouw operatie, tenzij de arts dit anders vermeldt.
  • Je verpleegkundige deelt het tijdstip van de ingreep mee. Dit blijft een richtuur.
  • De verpleegkundige zal een BRMO-screening afnemen (Bijzonder Resistente Micro-Organismen). Dat moet gebeuren als
    • je verblijft in een chronische instelling,
    • je het voorbije jaar verbleef in een ziekenhuis,
    • je meer dan twee maanden thuiszorg nodig had,
    • je beroepsmatig contact hebt met dieren,
    • je gezondheidswerker bent.

De operatie

Op de afdeling

De dag van de operatie vraagt de verpleegkundige jou om een operatiehemd (en steunkousen) aan te trekken. Juwelen en eventuele tandprothese(s), bril of lenzen moeten verwijderd en veilig opgeborgen worden. De verpleegkundige zegt je welke thuismedicatie je nog mag nemen en je krijgt zo nodig een rustgevend geneesmiddel dat door de anesthesist is voorgeschreven. Je wordt naar de voorbereidingsruimte gebracht op de operatieafdeling. Daar krijg je nog een administratieve controle door de verpleegkundige. De anesthesist en de gynaecoloog/chirurg zullen jouw eventuele vragen beantwoorden.

In de operatiezaal

De anesthesist plaatst in de operatiezaal het infuus langs waar de medicatie toegediend wordt om je in slaap te brengen (narcose). De verpleegkundige van de operatiezaal zal nog een aantal voorbereidingen doen zoals o.a. elektroden (om het hartritme te controleren), een bloeddrukmeter, enz. aanleggen om je goed te kunnen volgen tijdens de ingreep. De ingreep duurt gemiddeld anderhalf à twee uur.

Na de operatie

De narcose wordt beëindigd op het moment dat de gynaecoloog/chirurg klaar is met de operatie. Zodra je wakker wordt, ga je naar de ontwaakruimte (recovery of PAZA: Post-Anesthesie ZorgAfdeling). Hier zal je nog ongeveer twee uur verblijven. Wanneer je voldoende wakker bent en de pijn onder controle is, word je in de loop van de dag naar de afdeling teruggebracht. Bij pijn en/of misselijkheid krijg je via het infuus medicatie toegediend. Als dit onvoldoende is, meld je dat best aan de verpleegkundige. Mogelijk heb je een drain ter hoogte van de borst en/of oksel voor het afvloeien van wondvocht.

De arts beslist wanneer je voorzichtig mag starten met drinken en eten.

De dag na de ingreep

Een borstamputatie is een emotionele gebeurtenis. De eerste confrontatie met het litteken is niet altijd evident. Er is niet echt een goed moment om de eerste keer naar de wonde te kijken. Je beslist daar zelf over, maar we helpen je graag hiermee. De borstverpleegkundige zal dan ook al een voorlopige prothese voorzien in uw BH, die je vanaf nu mag dragen.

Lees hier alles over de uitwendige borstprothese

Mogelijke verwikkelingen na de ingreep

Elke ingreep kan leiden tot verwikkelingen. De meest voorkomende zijn trombose, bloedingen en infectie.

Trombose

Bij een trombose is er sprake van een stolsel of klontertje dat zich vormt in de bloedvaten aan de binnenzijde van de vaatwand. Dit kan men voorkomen met een bloedverdunnend spuitje en door het dragen van steunkousen tijdens het ziekenhuisverblijf. Deze kousen voorkomen ook het ontstaan van flebitis, ook wel ontsteking van de aders genoemd. Zowel trombose als flebitis ontstaan door onvoldoende beweging en bedlegerigheid. Hoe uitgebreider de operatie, hoe hoger het risico op trombose.

Bloedingen

Na een ingreep kan bloedophoping optreden. Soms is hiervoor een nieuwe ingreep nodig.

Infectie

Bij een infectie zijn ziekteverwekkende micro-organismen aanwezig in het lichaam die zich kunnen vermenigvuldigen. Na een operatie kan een infectie optreden. Dit vertaalt zich meestal in koorts, pijn, roodheid en warmte ter hoogte van de wonde. Soms is het nodig om antibiotica te starten.

Pijn

Een borstoperatie is over het algemeen niet zo’n pijnlijke ingreep. De anesthesist voorziet in elk geval het nodige. Als je toch pijn hebt is het belangrijk dit te melden. De verpleegkundige dient je dan de voorgeschreven medicatie toe. Bij het bewegen van de arm kun je wat hinder ondervinden. Als dit te pijnlijk is, kun je steeds een pijnstiller vragen. Bewegen is erg belangrijk. Tijdens de ingreep worden er onvermijdelijk een paar huidzenuwen doorgesneden. Je kunt daardoor een slapend, brandend of tintelend gevoel hebben ter hoogte van de onder- en achterzijde van de arm en de oksel. Dit kan meerdere weken of maanden aanhouden.

Een vochtophoping of seroma

Eens de drains zijn verwijderd kan er zich soms vocht opstapelen op de plaats van de wonde. Dit kan een gespannen gevoel geven. Soms is het noodzakelijk dat dit aangeprikt wordt om het vocht te evacueren. Deze handeling is zo goed als pijnloos.

Naar huis

Je krijgt de datum voor de controle-afspraak bij het ontslag uit het ziekenhuis. De controle vindt meestal plaats 8 à 10 dagen na ontslag.

De kans bestaat dat je met een drain met zakje naar huis gaat. Je kunt het zakje zelf ledigen en de dagelijkse hoeveelheden noteren. Vind je dat te moeilijk of te confronterend, dan kan er thuisverpleging ingeschakeld worden.

Op de wonde ligt een verband waarmee je gewoon kunt douchen. Als je een drain hebt, wacht je beter tot deze verwijderd is. De hechtingen zijn oplosbaar. Het verband mag ter plaatse blijven tot je bij de arts op consultatie komt. Als je hierover vragen hebt of je zorgen maakt, kun je steeds terecht bij de borstverpleegkundige.

Bij pijn kun je - na overleg met je arts - paracetamol (bv. Dafalgan©, Perdolan© mono ...) innemen.

Het is belangrijk dat je de arm aan de geopereerde kant goed blijft bewegen.

Nazorg

De controleafspraken vinden plaats bij jouw behandelende arts. Ben je doorverwezen naar een andere arts, dan ga je daar op controle.

Om je te helpen bij het vinden van een nieuw evenwicht in je leven en te werken aan herstel, kun je altijd terecht bij de borstverpleegkundige of psycholoog. Zij kunnen meer info geven over bewegingsprogramma’s (bv. B-care), mindfulness,...

Hebben jij of jouw familie nog vragen of bezorgdheden dan kun je altijd terecht bij de huisarts, de behandelende arts, de borstverpleegkundige, de sociaal werker, de psycholoog, de kinesitherapeut (fysiotherapeut) en de diëtist. Aarzel niet om contact met hen op te nemen.

Het vaststellen van kanker, de borstamputatie en de intensieve behandeling zijn emotioneel ingrijpend. Je wordt geconfronteerd met het verlies van je borst en een veranderd zelfbeeld. Er gebeurt ontzettend veel op korte tijd. Gun jezelf de tijd om dit alles te verwerken. Hoe je omgeving je opvangt is hierbij van groot belang. Bij moeilijkheden rond verwerking, relatie en seksualiteit kun je eveneens een beroep doen op de psycholoog.

De inhoud van deze pagina werd samengesteld door de betrokken dienst(en). Laatste update: 17-juli-2023.
Naar boven

AZ Sint-Lucas & Volkskliniek

Groenebriel 1
9000 Gent

GPS adres

Terhagen

09 224 61 11
info@azstlucas.be
Qualicor Europe Logo RGB

AZ Sint-Lucas behaalde het Qmentum-kwaliteitslabel van Qualicor Europe

made by