Angiografie

Wat is een angiografie?

Een angiografie is een röntgenonderzoek waarbij de bloedvaten zichtbaar worden gemaakt via een katheter en het toedienen van contrastvloeistof. Het volledige onderzoek duurt ongeveer één uur. Voor een angiografie wordt steeds een dagopname gepland.

Waarop moet je letten voor het angiografieonderzoek?

Meld bij de afspraak indien er sprake is van:

• Zwangerschap
• Contrastallergie
• Medicatiegebruik
• Nierfunctiestoornis
• Diabetes
• Schildklierziektes
• Ziekte van khaler en mastocythose (mestcelziekte)

Opname

Voorbereiding thuis

Je wordt de dag van het onderzoek ’s ochtends nuchter in het ziekenhuis verwacht. Je moet nuchter blijven vanaf middernacht (niets meer eten of drinken). ‘s Morgens mag je wel je huidige medicatie innemen zoals gewoonlijk met een slokje water. Neemt je bloedverdunners, meld dit dan aan je arts. In sommige gevallen wordt een aantal dagen gestopt met het innemen van deze bloedverdunners of wordt de dosis aangepast.

Wat breng je mee?

• Je identiteitskaart.
• De documenten die je van je arts kreeg tijdens je laatste consult.
• Verslag/beelden van onderzoeken niet in AZ Sint-Lucas uitgevoerd.
• De medicatiezak met daarin je medicatielijst en je huidige medicatie in de originele verpakking.

Voorbereiding op de afdeling

Gelieve je aan te melden in het ziekenhuis op straat 60 (opnamebalie) op het afgesproken uur. Vervolgens word je opgenomen op het dagziekenhuis of een verpleegafdeling.

Op de afdeling helpt de verpleegkundige je bij de voorbereiding van het onderzoek. De verpleegkundige neemt graag de tijd om je vragen te beantwoorden. Om te vermijden dat de gekleurde ontsmettingsstof je nachtjapon of pyjama zou bevuilen, krijg je een operatiehemd van het ziekenhuis. Je mag dit aantrekken en er wordt eventueel nog een bloedonderzoek uitgevoerd indien dit nog niet gebeurd is. De verpleegkundige controleert ook je temperatuur, polsslag, bloeddruk, lengte en gewicht.

Voor een angiografie brengt de arts een katheter in via de lies. Trek daarom ook je ondergoed uit. Gelieve je kunstgebit,
ringen, andere juwelen en bril achter te laten in de daarvoor voorziene locker voor je naar het hart– en vaatcentrum vertrekt.

Het is belangrijk om het onderzoek te starten met een lege blaas. Opgelet, in het hart- en vaatcentrum is het niet meer mogelijk om naar het toilet te gaan, dus voorzie dit op de verpleegafdeling. Je wordt met je bed naar het hart- en vaatcentrum gebracht.

Verloop van het onderzoek

In het hart-en vaatcentrum

De verpleegkundige van het hart- en vaatcentrum plaatst een infuus in je onderarm. Daarna word je de zaal binnengebracht om vervolgens op de onderzoekstafel plaats te nemen. De liesplooi wordt geschoren en ontsmet. De verpleegkundige bedekt je volledig met steriele doeken. De prikplaats (en de omgeving rondom) worden plaatselijk verdoofd, dit kan licht prikkend aanvoelen maar is niet pijnlijk. In de liesplooi wordt de slagader aangeprikt, waarna de interventionele radioloog via die slagader een buisje (katheter) opschuift. Hij volgt het verloop van de katheter op een beeldscherm. Om duidelijke opnames te kunnen maken, spuit de arts een kleurstof (contrastvloeistof) in via de katheter. Je ervaart hierbij een warmtegevoel maar dit verdwijnt snel.

Om goede beelden te kunnen maken, vraagt de arts je om niet te bewegen en indien nodig diep in te ademen, de adem even vast te houden en weer uit te ademen. Dit wordt enkele malen herhaald waarbij de onderzoekstafel en röntgenbuis in verschillende posities worden gebracht om de bloedvaten in beeld te brengen. Na het maken van de foto’s wordt de katheter weer verwijderd en wordt de aanprikplaats ongeveer 15 minuten dichtgedrukt. Tot slot krijg je nog een drukverband in de lies en mag je terug in bed.

Terug op de verpleegafdeling

Je wordt met je bed terug naar je kamer gebracht. De verpleegkundige op de afdeling kijkt regelmatig je polsslag en bloeddruk na. Hij/zij controleert ook de prikplaats in de lies op eventuele nabloeding.

Je houdt ten minste 4 uur bedrust (niet opstaan, maar plat blijven liggen in bed) en let erop je rechterbeen niet te plooien wat reeds bemoeilijkt wordt door het drukverband. Let erop je buikspieren niet aan te spannen (niet overdreven hoesten of niezen). Je mag na het onderzoek eten en drinken, drink voldoende water om de contrastvloeistof sneller en gemakkelijker uit je lichaam te verwijderen. De arts bespreekt samen met jou het resultaat van het onderzoek. Hij geeft je uitleg en bespreekt indien nodig de gepaste behandeling. Stel hem gerust alle vragen waar je een antwoord op wenst.

Ontslag

Nadat de interventionele radioloog op de kamer langs is geweest, mag je naar huis. Je dient daarbij rekening te houden met het volgende:

• Je wordt naar huis gebracht, je mag niet zelf met de wagen rijden.

• Hou het drukverband ter plaatse tot 12 uur na je ontslag uit het ziekenhuis. De prikplaats mag daarna met een kleefpleister afgedekt worden.

• Doe de eerste 24 uur na het onderzoek geen sport of zware arbeid. Dat betekent dat je zo weinig mogelijk trappen op en af gaat en dat je je niet bukt.

• Probeer zo weinig mogelijk te heffen en tillen.

Het resultaat

De RX-foto’s worden verwerkt en geïnterpreteerd door de arts–radioloog. Er wordt een definitief verslag van het onderzoek gemaakt. Dit wordt zo snel mogelijk naar de aanvragende arts opgestuurd. Deze arts zal de resultaten met jou bespreken.

Bijwerkingen

Bij een onderzoek met jodiumcontrastmiddel kun je tijdelijk last hebben van:

• Niezen
• Papels (kleine rode puistjes)
• Jeuk
• Benauwdheid
• Zwelling van de keel, ogen en lippen

Bij deze symptomen moet je ons onmiddellijk verwittigen.

Bij bekende allergische voorgeschiedenis wordt een angiografie enkel onder strikte voorwaarden uitgevoerd en met behulp van vooraf gegeven medicatie worden de bijwerkingen onderdrukt.