Wanneer er een uitgesproken slijtage fenomeen optreedt van de tussenwervelschijf kan dit aanleiding geven tot veel rugpijn. Door mechanische veranderingen van de wervelkolom kan er een drukfenomeen op de zenuw naar het been optreden.
In deze omstandigheden kan beslist worden om een anterieure lumbale ingreep voor te stellen. Dit wil zeggen een ingreep via de buik ter hoogte van de wervelkolom. Het voordeel om de wervelkolom via de voorzijde te benaderen is dat de rugspieren niet moeten ingesneden worden en dat de zenuwwortels, die aan de achterzijde van de wervelkolom liggen niet moeten gemanipuleerd worden.
De ingreep gebeurt onder narcose. Bij een dergelijke ingreep wordt een snede naast de navel gemaakt, de buikspieren worden opzij gehouden maar niet doorgesneden. De buikinhoud wordt eveneens opzij gehouden zonder het buikvlies open te maken.
Aan de voorzijde van de wervelkolom bevinden zich de grote aders die het bloed van de benen terug naar het hart voeren, deze worden vrijgemaakt om toegang te geven tot de tussenwervelschijf. Deze schijf wordt totaal verwijderd en de ruimte tussen de wervels wordt opgehoogd waardoor onrechtstreeks de achterliggende zenuwen vrij komen te liggen.
De opengemaakte tussenwervelruimte wordt opgevuld met een grote kooi die meestal opgevuld wordt met lichaamseigen bot dat via een apart sneetje ter hoogte van de bekkenkam wordt weggenomen. Een systeem met schroefjes houdt het kooitje op zijn plaats. Op deze manier kan in de maanden die volgen, het bot van de bovenliggende wervel via het bot in het kooitje vastgroeien aan de onderliggende wervel.
In heel specifieke omstandigheden kan overwogen worden om in plaats van een kooitje tussen de wervels te plaatsen, een kunstmatige tussenwervelschijf of discusprothese te plaatsen. De chirurg zal bepalen of deze techniek aangewezen is.
De risico’s van deze ingreep zijn beperkt en moeten afgewogen worden tegenover de ernst van het pijnprobleem, de lange duur van de klachten en het eventueel neurologisch functieverlies.
De meest voorkomende risico’s zijn :
Rondom de bloedvaten (die wel gemanipuleerd worden) bevindt zich wel een fijn netwerkwerk van zenuwtakjes. De manipulatie hiervan kan aanleiding geven tot :
Het herstel na dergelijk ingreep neemt toch enkele weken in beslag met trage afname van het preoperatieve pijnprobleem.
Bepalend voor het verdwijnen van de klachten is een goede botingroei ter hoogte van het kooitje tussen de wervels. Deze soliede botingroei vindt vaak maar plaats 12 tot 18 maanden na de ingreep. Om dit te stimuleren is enige belasting van de wervelkolom aan te raden en roken absoluut te vermijden.
Bij vertraagde botingroei kan overwogen om na enkele maanden bijkomende schroeven en staafjes aan te brengen in de bovenliggende en de onderliggende wervel via een tweede kleine ingreep doorheen de rugspieren aan de achterzijde van het lichaam.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen