Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling voor kanker die kankercellen doodt en/of hun groei afremt. De verzamelnaam voor deze medicatie is ‘cytostatica’. Cytostatica worden meestal via een infuus in een ader toegediend (hiervoor wordt soms een poortkatheter gebruikt), maar kunnen ook soms via tabletten worden gegeven. Een kuur chemotherapie kan bestaan uit één of meerdere cytostatica die na toediening gevolgd worden door een rustperiode die uit enkele dagen of weken kan bestaan. Het aantal kuren hangt af van het stadium en van het type kanker. Chemotherapie wordt soms ook gecombineerd met andere behandelingen zoals immunotherapie, doelgerichte therapie en radiotherapie.

Chemotherapie beschadigt snel delende cellen (zoals kankercellen). Snel delende normale cellen in het lichaam (zoals bv. in het bloed, de mond, het darmkanaal, haarwortels) kunnen hierdoor ook aangetast worden. De bijwerkingen van chemotherapie hangen daarom samen met de beschadiging van deze cellen (bv. daling van de witte bloedcellen, ontsteking in de mond of de darmen, haaruitval). Welke bijwerkingen iemand krijgt en hoe ernstig die zijn is afhankelijk van persoon tot persoon en van product tot product.

Bijwerkingen

• Intimiteit en seksualiteit tijdens chemotherapie
• Spier- en zenuwpijnen
• Vermoeidheid
• Reuk- en smaakveranderingen
• Irritatie van het mondslijmvlies/mondslijmvliesontsteking
• Mentale en emotionele impact van de behandeling
• Verminderde weerstand/infectierisico
• Haarverlies (Lees meer over hoofdhuidkoeling tijdens chemotherapie)
• Misselijkheid en braken
• Constipatie of verstopping
• Diarree