Laparo betekent buikholte en scopie betekent kijken. Een diagnostische laparoscopie is een kijkoperatie waarbij we de organen in de buikholte bekijken. We kunnen zo de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken, lever en middenrif nauwkeurig onderzoeken. Het onderzoek verloopt via drie kleine insneden in de buikwand van ongeveer 5 mm. Langs één van die sneetjes brengen we een camera in je buik in. Langs de andere insneden brengt de arts de instrumenten in.
Soms moeten er voor de operatie een aantal voorbereidende onderzoeken gebeuren. Welke onderzoeken dat zijn, hangt af van je leeftijd en je gezondheidstoestand. De meest voorkomende onderzoeken zijn een bloedafname, een elektrocardiogram en een RX-foto van de longen. Soms is ook een CT-scan, een PET-scan en een echografie van de lymfeklieren in de liezen nodig.
Het plannen en opvolgen van die onderzoeken gebeurt via de preopnamebalie. Daar brengen we meteen ook een aantal administratieve zaken in orde, zoals het toestemmingsformulier voor de ingreep en de verdoving en de preoperatieve vragenlijst. Als je dat wilt, kun je de preoperatieve onderzoeken ook laten uitvoeren door je huisarts.
Bij een ingreep willen we natuurlijk infectierisico’s voorkomen. Een vlot herstel is essentieel. Daar kun je zelf ook voor zorgen door een goede lichaamshygiëne:
Als je bloedverdunners neemt, moet je die vijf à tien dagen voor de operatie stoppen. Bespreek dat met je behandelende arts.
Meld je op de dag van de opname aan in straat 60 voor de inschrijving. Daarna ga je naar de afdeling. De verpleegkundige begeleidt je naar je kamer en stelt je een aantal vragen over eventuele vorige ziekenhuisopnames, allergieën, medicatie … Als je nog vragen hebt over de operatie en de gevolgen ervan, kun je die bespreken met de begeleidingsverpleegkundige of arts.
Meestal volstaat een dagopname.
Een laparoscopische operatie gebeurt onder algemene verdoving. Via het infuus dient de anesthesist het verdovend middel toe, ondertussen plaatsen we ook een masker over de mond en neus waarlangs we zuurstof toedienen. We plaatsen ook een buisje in je luchtpijp om je te beademen.
Tijdens een algemene verdoving voel je geen pijn. Je krijgt ook een sonde in je blaas om urine af te voeren. Met een lege blaas is er meer ruimte voor de laparoscopie.
We maken een snede van ongeveer 5 mm in de onderrand van de navel. Langs de snede brengen we een dunne holle naald in de buikholte. Als we vermoeden dat er vergroeiingen zijn (bv. na voorgaande operaties) brengt de arts de naald en de laparoscoop (=camera) soms op een andere plaats in. We vullen de buikholte via de naald of buis met onschadelijk koolzuurgas (CO2). Zo ontstaat er ruimte in de buikholte om de verschillende organen goed te kunnen zien en manipuleren tijdens het onderzoek.
De operatie-instrumenten brengen we in via een tweetal insneden in de linker- en rechteronderbuik. Soms maken we ook een derde insnede boven het schaambeen. Om de baarmoeder tijdens de operatie te kunnen bewegen, brengt de arts langs de vagina vaak ook een instrument in de baarmoederholte in.
Tijdens de operatie onderzoekt de arts de organen in de buikholte: de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken. Hij kan ook de blindedarm, een deel van de lever, de galblaas en een groot deel van de darm bekijken.
Een diagnostische laparoscopie duurt ongeveer 20 minuten. Soms worden biopten (stukjes weefsel) genomen.
Na de operatie wordt je wakker in de ontwaakzaal. Na een algemene verdoving kun je soms wat last van keelpijn hebben als gevolg van het buisje dat tijdens de operatie in je luchtpijp zat. Misselijkheid is niet uitgesloten maar de anesthesist voorziet daarvoor de nodige medicatie. Via het infuus krijg je eventueel nog pijnstilling.
Schouderpijn door het koolzuurgas kan voorkomen, maar is tijdelijk en verdwijnt meestal na een paar dagen.
Het ontslag gebeurt na goedkeuring van de arts. Je mag niet zelf naar huis rijden, iemand moet je ophalen. Bij het ontslag krijg je een datum mee voor een controle.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen