Pleurapunctie

Diagnostische pleurapunctie

Bij een diagnostische pleurapunctie wordt het longvlies (de pleura) aangeprikt met een dun naaldje en nemen we een staal vocht (+/- 20 ml) af voor verder onderzoek. Het resultaat kan een paar dagen op zich laten wachten. Het onderzoek kan zowel op de raadpleging, als aan het bed van de patiënt worden uitgevoerd.

Evacuerende pleurapunctie

Bij een evacuerende pleurapunctie is het de bedoeling (een deel) van het aanwezige vocht te verwijderen. Na lokale verdoving wordt de pleura aangeprikt met een wat dikkere naald. Meestal gebeurt dit in het dagziekenhuis of tijdens de ziekenhuisopname.

Als we verwachten dat het vocht in meerdere keren moet verwijderd worden, kiezen we soms voor een thoraxdrainage waarbij een een buisje om vocht en/of lucht af te voeren enkele dagen ter plaatse blijft.

Met een evacuerende pleurapunctie willen we je klachten verlichten. Meestal moet dit samengaan met het aanpakken van de onderliggende oorzaak.

Na een evacuerende pleurapunctie gebeurt een controle RX thorax om te beoordelen hoeveel vocht er werd verwijderd en om uit te sluiten dat er zich geen complicatie voordoet. Een mogelijke verwikkeling van de pleurapunctie is een pneumothorax of klaplong, waarbij er lucht tussen de longvliezen komt tijdens het aanprikken van het pleuravocht. Afhankelijk van de ernst kan dit behandeld worden met een thoraxdrainage, waarbij vocht en lucht samen afgevoerd worden.