Wat is stressincontinentie?

Bij stressincontinentie treedt ongewild urineverlies op bij plotselinge drukverhoging in de buik, zoals bij opstaan, bukken, tillen, hoesten, lachen of sporten. De sluitspier van de blaas kan de verhoogde buikdruk (en daardoor ook druk op de blaas) niet voldoende opvangen met ongewild urineverlies als gevolg.

Na de overgangsjaren kan een tekort aan vrouwelijke hormonen (oestrogenen) een verminderde functie van het sluitmechanisme van de blaas tot gevolg hebben. Een lokale hormoontherapie (oestrogenen) is soms zinvol.

Stressincontinentie is vaak te wijten aan een verzwakking van de bekkenbodemspieren, ontstaan door bijvoorbeeld overgewicht, een bevalling of buikoperaties. Bekkenbodemkinesitherapie, elektrostimulatie en biofeedback kunnen de bekkenbodemspieren terug verstevigen. Wanneer deze behandelingen voor jou niet geschikt zijn of gefaald
hebben, is een operatieve correctie aangewezen.

Aan de hand van je klachten, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek bepaalt de specialist de meest geschikte operatietechniek. Aanvullend onderzoek bestaat o.a. uit een urodynamisch onderzoek en soms een cystoscopie (het bekijken van de binnenkant van de blaas).

De operatie

Sinds enkele jaren is er een eenvoudige en relatief weinig belastende operatietechniek, waarbij we een niet oplosbaar kunststofbandje onder de plasbuis aanbrengen.

Er zijn twee technieken:

Tensionfree Vaginal Tape (TVT):

We brengen het bandje via de schede links en rechts van het urinekanaal achter het schaambeen aan.

Trans Obturator Tape (TOT)

We brengen het bandje via de schede onder het urinekanaal zijdelings vanaf de lies via een opening in één van de bekkenbeenderen (foramen obturatorius) aan.

De bandjes hebben allemaal hetzelfde doel: urineverlies beletten bij hoesten, lachen, niezen, sporten en wandelen. Door
het bandje onder de plasbuis te plaatsen wordt bij druk van bovenuit (hoesten, lachen, niezen) de plasbuis dichtgedrukt tegen dit bandje. Het is te vergelijken met het dichtduwen van een tuinslang: op een zachte ondergrond (gras) blijft er water doorkomen, op een harde ondergrond (plank) lukt het wel en kan er geen drup meer door. Het bandje werkt zoals die plank.

Je arts bespreekt met jou welke techniek hij/zij zal toepassen. Het is een snelle en eenvoudige procedure die onder een ruggenprik of volledige narcose wordt uitgevoerd. Vóór en tijdens de operatie krijg je meestal via het infuus een antibioticum toegediend. Soms herhalen we dit later op de dag (via het infuus of in tabletvorm). Als de arts het nodig vindt, krijg je tijdens of na de operatie een spuitje om trombose in de onderbenen te voorkomen.

Na de operatie

Na de operatie brengen we je naar de ontwaakkamer.

U hebt dan:

  • een infuus in de arm;
  • een sonde in de blaas om de urine af te voeren;
  • een vaginale wiek.

Zodra de anesthesist toestemming geeft, kun je terug naar de verpleegafdeling. Als je pijn of blaaskrampen krijgt, kun je hiertegen medicatie krijgen. Blaaskrampen geven plasdrang, een branderig gevoel in de plasbuis en soms urinelekkage naast de sonde. Het infuus mag op de dag na de operatie verwijderd worden. De vaginale wiek en sonde worden eveneens de dag na de operatie verwijderd. Je hoeft niet in bed te blijven liggen.
Na het verwijderen van de sonde gaan we na hoe je in de loop van de dag kunt plassen. Als je klachten hebt, moet
je dit melden, bijvoorbeeld een gevoel van een volle blaas of incontinentie. Soms bepalen we na het plassen of er nog urine in de blaas is achtergebleven. Dit kan met behulp van een echoapparaat (geluidsgolven). Als het plassen
goed gaat en er niet te veel urine in de blaas achterblijft (residu), mag je de dag na de operatie naar huis.

Na drie weken kom je op de consultatie voor controle. De hechtingen van de twee wondjes op de buik of in de lies
worden door de huisarts na tien dagen verwijderd. De vaginale hechtingen lossen vanzelf op.

Leefregels bij ontslag

  • Het is raadzaam om een à twee weken niet te fietsen of met de auto te rijden.
  • Je mag gedurende drie weken niet zwaar tillen (maximaal 5 kg).
  • Gedurende de eerste zes weken na de operatie mag je niet te hard persen. Zorg daarom voor een zachte ontlasting.
  • Na vier weken mag je alle werkzaamheden hervatten. Het hervatten van de sportbeoefening bespreek je best met je arts.
  • Neem de tijd om rustig te plassen. Dit kost in het begin wat meer moeite, maar dat is van tijdelijke aard.
  • Geslachtsgemeenschap kan meestal zes weken na de ingreep weer plaatsvinden. Soms is een glijmiddel
    nodig.
  • Gebruik gedurende een zestal weken geen tampons wanneer je ongesteld bent.
  • Je mag gewoon douchen. Met baden wacht je best een tweetal weken.

Na de operatie kun je pijn hebben in het operatiegebied, de liezen en de bovenbenen. Deze pijn kan met medicijnen worden bestreden. Doorgaans verdwijnt deze pijn binnen een week. Neem contact op met je behandelende arts bij problemen of vragen.

Mogelijke complicaties

  • Er kan een bloeding optreden. Dit lost spontaan op en kan in zeer zeldzame gevallen tot een nieuwe operatie leiden.
  • Er kan een beschadiging optreden van de plasbuis of de blaas. Meestal wordt dit direct hersteld. Soms moet de sonde dan iets langer blijven.
  • Er kan direct na de operatie pijn optreden in het operatiegebied. Dit kan met pijnstillers verholpen worden.
  • Er kan zich een blauwe plek (hematoom) ontwikkelen ter hoogte van het litteken. Deze verdwijnt weer na zeven tot tien dagen. Het kan geen kwaad en moet niet behandeld worden.
  • Ondanks de antibiotica die je tijdens (en soms na) de operatie krijgt, kan een urineweginfectie optreden. De huisarts kan je in dat geval alsnog een ander antibioticum voorschrijven. Om een urineweginfectie te helpen vermijden, raden wij aan om 1,5 liter water per dag te drinken. Vermijd prikkelende dranken zoals koffie, thee of alcohol.
  • Soms komt het voor dat het spontane plassen na het verwijderen van de blaaskatheter niet meteen op gang komt. Dat komt omdat de blaas zich moet aanpassen aan de nieuwe situatie. Meestal kun je na enkele dagen zelf weer voldoende spontaan plassen. Pers tijdens het plassen niet met de buikspieren en onderbreek het plassen niet. Soms moeten we tijdelijk sonderen om de lediging van de blaas te waarborgen.
  • De eerste weken na de operatie heb je meestal wat vaker aandrang tot plassen. Meestal verdwijnen deze
    klachten in de loop van de tijd.
  • Er kan een infectie optreden van het bandje, maar dat is zeldzaam. Hiervoor kan het nodig zijn om antibiotica te nemen. Soms moeten we het bandje terug verwijderen.
  • De kunststofband die gebruikt wordt, is gemaakt van een lichaamsvreemd materiaal, dat wil zeggen: materiaal dat normaal niet in het lichaam voorkomt. Bij ongeveer 3% van de vrouwen accepteert het lichaam het bandje niet. In
    dat geval kun je last hebben van pijn en toegenomen afscheiding. Bij onderzoek is het bandje dan vaak te zien. Soms is het nodig om het bandje geheel of gedeeltelijk te verwijderen.
De inhoud van deze pagina werd samengesteld door de betrokken dienst(en). Laatste update: 19-maart-2021.

Gynaecologie en verloskunde

Urologie, andrologie, steenkliniek

Naar boven

AZ Sint-Lucas & Volkskliniek

Groenebriel 1
9000 Gent

GPS adres

Terhagen

09 224 61 11
info@azstlucas.be
Qualicor Europe Logo RGB

AZ Sint-Lucas behaalde het Qmentum-kwaliteitslabel van Qualicor Europe

made by