Het nierbekken en de urineleiders

Het nierbekken is het verzamelsysteem voor urine binnen in de nier. De nierkelk is afgelijnd door urotheelcellen: cellen die aangepast zijn om blootgesteld te worden aan urine.

De urineleiders zijn de buisjes langswaar urine uit de nierkelk in de blaas terecht komt. Ook deze buisjes zijn afgelijnd met urotheelcellen. De urineleider loopt langsheen de wervelzuil tot in het kleine bekken en loopt een 2 à 3-tal centimeter schuin doorheen de blaaswand.

In sommige gevallen kan er een vernauwing ontstaan in de urineleider. Deze vernauwing kan bijvoorbeeld ontstaan nadat een steen geblokkeerd heeft gezeten in de urineleider. Andere mogelijke oorzaken zijn littekenvorming in de buik dicht bij de urineleider na vroeger uitgevoerde operaties, infecties van de urineleider, vernauwing van de uitgang van de urineleider in de blaas etc.

Wanneer de urine niet meer optimaal kan afvloeien langsheen de urineleider gaat het nierbekken en de urineleider tot aan de vernauwing opzetten. Dit noemen we een hydronefrose. Een hydronefrose kan erg pijnlijk zijn want het nierbekken is goed voorzien van zenuwen. Het proces kan zich echter ook langzaam aan ontwikkelen en minder of zelfs niet pijnlijk zijn. In dergelijk geval wordt het proces vaak toevallig opgemerkt tijdens een beeldvormingsonderzoek. Zelf als het niet pijnlijk is kan het aangewezen zijn om deze aandoening te behandelen aangezien de werking van die nier geleidelijk aan achteruit gaat. De kans op een infectie of steenvorming in die nier is ook groter.

De operatie: de ureter-reïmplantatie

Ureter (urineleider) reïmplantatie (heraanleggen in de blaas) betekent het opheffen van de vernauwing in de urineleider door deze opnieuw te verbinden met de blaas net boven de vernauwing. Bij deze ingreep zal je onder volledige narcose gebracht worden. De chirurg zal je in rugligging behandelen. Soms kan dit via een kijkoperatie met de operatierobot. De urineleider wordt doorgenomen net boven de vernauwing. De chirurg zal ook de zijkant van de blaas losmaken en deze blaas soms optrekken naar de psoas spier (een spier in de achterkant van de buikholte die een werking heeft bij het tillen van het been). De urineleider wordt nadien terug verbonden met de blaas. Deze nieuwe verbinding wordt een anastomose genoemd. Vooraleer deze anastomose rondomrond gemaakt is, plaatst de chirurg nog een fijn buisje tussen de blaas en het nierbekken: een dubbel J stent. Dit buisje heeft een krul in de blaas en een krul in het nierbekken en dient als bescherming voor de nieuw gemaakte verbinding.

Voorbereiding voor de operatie

De avond voor de ingreep of de dag van de ingreep word je opgenomen op de hospitalisatieafdeling. Breng zeker nachtkledij, toilet- en wasgerief mee. Een paar pantoffels en ochtendjas zijn handig. Neem ook de medicatie mee die je gewoonlijk thuis inneemt (liefst in de originele verpakking). Als je anti-emboolkousen hebt van een eerdere opname kun je deze ook meenemen. Als je voorgaande onderzoeken liet uitvoeren bij de huisarts of hart – of longspecialist zoals een bloedafname, een electrocardiogram of een longfoto moet je deze ook meebrengen naar het ziekenhuis en bezorg je dit aan de verpleegkundige van de dienst.

Vanaf middernacht voor de ingreep mag je niets meer eten of drinken want je wordt onder volledige verdoving gebracht. Juwelen, een kunstgebit, een hoorapparaat en een bril mogen niet mee naar de operatiezaal en moeten op je kamer blijven.

Mogelijk neem je thuis reeds 1 of meerdere bloedverdunnende medicijnen. De uroloog zal je (al dan niet in samenspraak met de huisarts of cardioloog) advies geven of je deze dient te stoppen of vervangen enkele dagen voor de ingreep.

Bij opname zal men je op de afdeling ook scheren zodat de huid goed ontsmet kan worden tijdens de ingreep. De beharing wordt weggeschoren van aan de tepellijn tot en met het schaamhaar. Als je wenst, kun je dit ook zelf doen voor je naar het ziekenhuis komt.

Na de operatie: de ontwaakruimte en intensieve zorgen

Na de operatie word je naar de ontwaakruimte gebracht. Bezoek kun je pas ontvangen enkele uren nadat je wakker bent. Op eenvoudige verzoek zal de chirurg je naasten na de ingreep bellen om te laten weten hoe de ingreep verlopen is.

Je zal merken dat er enkele buisjes in je lichaam zitten. Een blaassonde (fijn siliconen buisje met een ballon op de tip) bevindt zich langs de plasbuis in de blaas. Deze blaassonde draineert de urine uit de blaas zodat het gaatje dat in de blaas gemaakt werd om de urineleider hieruit te halen zich kan herstellen. Afhankelijk van je situatie zal de uroloog beslissen om deze sonde een 2-tal dagen of toch een week te laten zitten. In het laatste geval kun je met de blaassonde ter plaatse het ziekenhuis verlaten. Langs de buikwand in de buik bevindt zich een tweede buisje: een wonddrain. Dit buisje dient om overtollig wondvocht na de operatie af te voeren en wordt meestal de dag na de ingreep verwijderd. Je zal ook een infuus krijgen waarlangs je pijnstilling en vocht krijgt.

Herstel op de kamer en ontslag

Als je op de kamer komt, zal je merken dat de verpleegkundige je zal stimuleren om snel rechtop te zitten en snel terug te beginnen met eten. Dit bevordert je herstel en zal ervoor zorgen dat je tijdig naar huis kan. Een verpleegkundige zal je in het begin helpen met dagelijkse lichaamsverzorging en je nadien aanmoedigen om die taken weer zelf uit te voeren vooraleer je naar huis gaat.

De gemiddelde hospitalisatieduur na deze operatie bedraagt 3 dagen. De arts beslist in overleg met jou en de verpleegkundige wanneer je naar huis kan gaan. Indien er voorzien wordt dat je meer hulp nodig hebt thuis wordt dit liefst voor de hospitalisatie reeds aangekaart met de sociale dienst van het ziekenhuis.

Ongewenste bijwerkingen

Het hele team van verpleegkundigen, anesthesisten en de chirurg stellen alles in het werk om de operatie vlot te doen verlopen. Ondanks deze voorzorgen is het mogelijk dat je een ongewenste bijwerking ervaart. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van bijwerkingen die mogelijk zijn. Deze worden enkel vermeld voor de volledigheid, laat je hierdoor dus niet afschrikken!

  • Een nabloeding is mogelijk. Dit is een zeer zeldzaam voorkomend probleem. Meestal stopt dergelijke bloeding vanzelf door je eigen bloedstolling en slechts zeer zelden is een nieuwe interventie van de chirurg noodzakelijk.
  • Een wondinfectie kan optreden door huidbacteriën die zich in de operatiewondjes nestelen. Dit probleem is bijna steeds met antibiotica te behandelen. Voor de operatie wordt je huid ook grondig ontsmet om dit probleem te vermijden.
  • Een urinelekkage langsheen de nieuwe verbinding is mogelijk. Dit zal zich uiten door pijn en achteruitgang van de nierfunctie. Meestal wordt dit ook gemerkt door drainage van urine langs de drain in de buik. In dergelijk geval kan de uroloog beslissen om je blaassonde langer te laten zitten. Een heringreep is slechts zeer zelden nodig.
  • Een urineweginfectie, blaaskrampen of een bloedklonter in de benen zijn ook mogelijke ongewenste effecten na de operatie.

Nevenwerkingen eigen aan de chirurgische ingreep

Naar huis gaan met een inwendige stent is geen complicatie, maar het klassieke verloop na deze ingreep. Deze stent blijft meestal 2 tot 6 weken ter plaatse en wordt verwijderd op de raadpleging urologie. De meeste patiënten verdragen deze stent vrij goed maar dit kan tijdelijk wat ongemakken met zich meebrengen. Indien deze bijwerkingen te ernstig zijn, kan de uroloog je iets voorschrijven om de blaas te kalmeren.

  • Last in de nierloge bij het plassen: normaal gezien kan er bij het plassen geen urine naar de nier geduwd worden door een terugslagklep ter hoogte van de blaas. Door de aanwezigheid van de stent werkt de terugslagklep niet en wordt urine bij het plassen ook naar de nier geduwd. Dit kan dus wat last geven in de flank.
  • Last in de blaas: de stent zit met een krul in de blaas en kan dus wat schuren tegen de blaaswand. Dit kan wat last geven ter hoogte vande blaas bij het plassen of los van het plassen.

Frequent moeten urineren en een piekend gevoel in de plasbuis ervaren bij het plassen zijn ongemakken die de eerste dagen na deze operatie aanwezig kunnen zijn. Deze zaken gaan vanzelf over en vragen wat geduld.

Door het optrekken van de blaas is het mogelijk dat je blaascapaciteit of de hoeveelheid urine die je kunt ophouden vooraleer je ernstige plasdrang krijgt, verkleind is. In de meeste gevallen is dit beperkt en komt de blaas uiteindelijk wel tot rust. Indien nodig bestaat hier ook medicatie voor.

Levensstijl en zelfzorg

  • Lichte huishoudelijke taken kun je reeds verrichten vanaf 1 week na de operatie. Zware inspanningen zijn de eerste 6 weken absoluut niet aangewezen.
  • Wij hebben het liefst dat je de eerste 6 weken na de operatie geen (verre) reizen plant zodat je in optimale omstandigheden kan herstellen.
  • Als je een bureaujob uitoefent, kun je vermoedelijk na een 3-tal weken werken. Als je een fysiek belastende job uitoefent, moet je toch rekenen op minstens 6 weken ongeschiktheid.
  • Het is verstandig om jezelf voldoende tijd te geven om te herstellen en op regelmatige tijdstippen te rusten.

De wondjes van de kijkoperatie zullen bedekt worden door verbandjes. Indien deze droog blijven, moeten deze niet dagelijks verzorgd worden. Indien bebloed of nat door wondvocht is er wel een dagelijkse desinfectie en vervanging van de verbandjes nodig. Met sommige waterafstotende verbandjes mag je ook douchen. Een bad mag je pas nemen nadat de wondjes volledig genezen zijn.

Je dient uw anti-emboolkousen te dragen gedurende 2 weken na de operatie. je zal ook dagelijks een inspuiting met een bloedverdunner krijgen ter preventie van bloedklonters. Deze inspuitingen moet je ook thuis verder zetten voor een totale duur van 10 dagen. Hiervoor kan een thuisverpleegkundige langskomen.

De eerste weken na de operatie kun je nog wat pijn ervaren ter hoogte van de buikwand. Hiervoor wordt gewoonlijk bij ontslag pijnstilling voorzien die je ook mag innemen. Als je pijn hebt, adviseren wij om deze medicatie ook te nemen want pijnvrij zal je sneller herstellen.

Opvolging en nabehandeling

Een tweetal weken na de operatie passeer je best langs je huisarts voor een wondnazicht.

Wij zien je graag terug na een 6-tal weken op de dienst urologie voor het verwijderen van de inwendige stent. Dit gebeurt op de consultatie urologie langsheen de plasbuis. Mogelijk zal je uroloog voordien een foto laten nemen om te zien of de nieuwe verbinding mooi genezen is.

Contact

Indien je nog vragen hebt, kun je steeds contact opnemen met onze urologische verpleegkundigen of onze artsen. Wij kunnen je niet altijd meteen te woord staan wanneer wij andere patiënten helpen met een consultatie of een operatie. Om sommige zaken te bespreken, maak je best een afspraak op de consultatie urologie. Voor echt dringende zaken contacteert je onze dienst spoedgevallen die ons zullen verwittigen van je probleem.

De inhoud van deze pagina werd samengesteld door de betrokken dienst(en). Laatste update: 05-januari-2021.

Urologie, andrologie, steenkliniek

Naar boven

AZ Sint-Lucas & Volkskliniek

Groenebriel 1
9000 Gent

GPS adres

Terhagen

09 224 61 11
info@azstlucas.be
Qualicor Europe Logo RGB

AZ Sint-Lucas behaalde het Qmentum-kwaliteitslabel van Qualicor Europe

made by