Ablatie

Wat is katetherablatie?

Een ablatie wordt uitgevoerd ter behandeling van ritmestoornissen die uit de voorkamer of de kamer afkomstig zijn. Ritmestoornissen uit de voorkamer die kunnen worden behandeld door middel van ablatie zijn onder meer voorkamerfibrillatie, voorkamerflutter of voorkamertachycardie. Ritmestoornissen uit de kamer die voor ablatie in aanmerking komen, zijn onder meer ventrikeltachycardie of ventriculaire extrasystolen. Er kan worden gekozen voor ablatie als behandeling wanneer de patiënt zeer symptomatisch is, wanneer medicatie onvoldoende effect heeft of slecht verdragen wordt, of wanneer de ritmestoornis ernstige gevolgen kan hebben als deze blijft bestaan.

Voorbereiding op de behandeling

Opname in het ziekenhuis

Je wordt meestal de ochtend van het onderzoek opgenomen in het ziekenhuis. Voorafgaand aan de opname in het ziekenhuis wordt soms een bloedafname verricht.

Medicatie

De meeste thuismedicatie mag worden verdergezet voorafgaand aan het onderzoek. Omtrent het verderzetten van de bloedverdunners zal je arts je steeds een advies geven. Breng steeds je medicatie mee naar het ziekenhuis bij opname.

Allergie

Meld bij opname in het ziekenhuis of je allergisch of overgevoelig bent aan bepaalde medicatie of andere zaken.

Eten en drinken

Je mag de dag van de ablatie niet meer eten en drinken vanaf middernacht. Ochtendmedicatie wordt in de regel wel ingenomen met een kleine hoeveelheid water.

Voorbereidende onderzoeken

Na aankomst in het ziekenhuis zal een elektrocardiogram genomen worden om het hartritme te controleren.

Hoe verloopt een ablatie?

De procedure vindt plaats onder algemene verdoving. We maken een prik in de lies en brengen verschillende katheters naar de linkervoorkamer van het hart. We leggen de focus op de bloedvaten die uitmonden in de linkervoorkamer. We brengen brandpuntjes aan rond de uitmondingen.

De procedure duurt ongeveer twee uur. Daarna blijf je nog een nacht in het ziekenhuis voor observatie.

Resultaten

Er is 80 tot 90% kans op succes en 1 kans op 6 dat een tweede procedure nodig is.

Er zijn een aantal risico's. Die gaan van een blauwe plek in de lies tot ernstige gevolgen zoals hart rond het bloed of een beroerte, maar die zijn heel uitzonderlijk.

Na de procedure neem je je medicatie verder tot de eerste controle na 4 tot 6 weken. Daar bespreek je met de arts of je de medicatie kunt stoppen.