Dit is de meest voorkomende ritmestoornis. Het is een snelle en onregelmatige hartslag in de linkervoorkamer van je hartspier, waardoor de elektriciteit in dat deel van je hart snel en chaotisch is. Niet iedereen heeft er fysiek last van.
Het kan leiden tot een hersentrombose, wat dan weer kan leiden tot verlamming (tijdelijk of blijvend). Daarom is het belangrijk om voorkamerfibrillatie vroegtijdig op te sporen.
Vanaf de leeftijd van 40 jaar heb je 1 kans op 4 om voorkamerfibrillatie te ontwikkelen. Boven de leeftijd van 80 jaar is dat 1 op 10.
We onderscheiden twee groepen patiënten. De grootste groep (60%) heeft onderliggende bijkomende risicofactoren:
De andere groep (40%) heeft enkel voorkamerfibrillatie zonder andere aandoeningen.
Een derde van de patiënten heeft geen klachten en weet niet eens dat ze voorkamerfibrillatie hebben.
Mogelijke klachten zijn:
Het meest dramatische gevolg is een beroerte of hersenverlamming, doordat een klonter vanuit het hart naar de hersenen vertrekt en daar een bloedvat verstopt. De ritmestoornis zorgt ervoor dat het hart minder goed klopt, waardoor het bloed minder goed stroomt en kan klonteren. Niet iedereen heeft evenveel kans op een beroerte door voorkamerfibrillatie. De cardioloog bepaalt je risicoprofiel en schrijft eventueel een extra krachtige bloedverdunner voor.
Bij verdenking van voorkamerfibrillatie zullen aanvullende onderzoeken gebeuren die als doel hebben om de ritmestoornis zo snel mogelijk te identificeren, zodat een correcte behandeling kan worden gestart.
Door middel van een elektrocardiogram of hartfilmpje wordt de elektrische activiteit van het hart in beeld gebracht, en kan voorkamerfibrillatie worden vastgesteld. Door middel van een inspanningstest of fietstest kan voorkamerfibrillatie soms worden uitgelokt.
Voorkamerfibrillatie kan soms zeer kortdurend optreden, gedurende enkele uren of dagen. Om die reden wordt gebruik gemaakt van toestellen die het hartritme langdurig registreren in thuissetting, om korte episodes te registreren. Dit kan door middel van een holtermonitor, die het hartritme gedurende 24 uur tot 5 dagen analyseert. Alternatief kan onderhuids een loop recorder worden geïmplanteerd, die het hartritme tot meerdere jaren kan opvolgen om voorkamerfibrillatie op te sporen.
Bij een nieuwe diagnose van voorkamerfibrillatie zal het hart steeds structureel worden geëvalueerd door middel van een echocardiografie. Soms kan een slokdarmechocardiografie nodig zijn om klontertjes in het hart aan te tonen.
Bij overgewicht adviseren we om te vermageren aangezien dit de kans op herval bij voorkamerfibrillatie verkleint. Daarnaast is goede suikercontrole bij patiënten met diabetes mellitus noodzakelijk door middel van een gezond dieet. Beperk tevens het gebruik van alcohol.
Voorkamerfibrillatie wordt vaak met medicijnen behandeld. Verschillende soorten medicatie zijn:
Bij een elektrische cardioversie wordt door middel van een elektrische shock het normale hartritme hersteld, met verdwijnen van de voorkamerfibrillatie.
Tijdens een ablatie worden speciale katheters via de lies tot in het hart gebracht. Het uiteinde van de katheter wordt warm of zeer koud gemaakt en maakt contact met de binnenzijde van het hart, op de plaats waar de voorkamerfibrillatie ontstaat. Door opwarming of afkoeling ontstaat een klein litteken dat de ritmestoornis kan uitschakelen.
Onze hartspecialisten maakten enkele filmpjes waarin ze meer uitleg geven over voorkamerfibrillatie.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen