Pleuravocht is een ophoping van vocht tussen de long en de borstkas.
Zowel de buitenzijde van de long als de binnenzijde van de borstkas worden bekleed met een longvlies: de viscerale en pariëtale pleura.
In normale omstandigheden zit de long tot tegen de thoraxwand en is de pleuraholte (= de ruimte tussen de twee longvliesbladen) slechts een virtuele ruimte. Tijdens het in-en uitademen volgt de long de bewegingen van de thorax. Er zit slechts een minimale hoeveelheid (fysiologisch) pleuravocht.
Bij pleuravocht wordt de long platgedrukt. Hierdoor kun je kortademig worden, hoesten of pijn hebben.
Pleuravocht ontstaat niet alleen bij aandoeningen van de pleura (longvlies) zelf, maar ook bij aandoeningen van hart, longen, lever en nieren. Op basis van de samenstelling van het vocht, maken we een onderscheid tussen een transsudaat en een exsudaat:
Uitzonderlijk hebben we te maken met:
Pleuravocht kan éénmalig of terugkerend zijn, afhankelijk van de onderliggende aandoening.
We stellen pleuravocht meestal vast naar aanleiding van klachten van kortademigheid, hoesten en/of pijn. De arts kan dit vaak al met de stethoscoop vaststellen. Radiologisch onderzoek (RX thorax en/of CT thorax en/of echo thorax) moet zekerheid brengen. Met deze onderzoeken wordt niet alleen de aanwezigheid van vocht bevestigd, maar gebeurt er ook een inschatting van de hoeveelheid vocht en de ernst van verdringing van de long.
Met een pleurapunctie onderzoeken we het vocht op consistentie en samenstelling. Dat helpt ons bij het zoeken naar de onderliggende diagnose.
Afhankelijk van de hoeveelheid van het pleuravocht en/of het terugkerend karakter kiezen we voor:
We kijken of een bijkomende behandeling en/of behandeling van de onderliggende aandoening nodig is.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen