Hartfalen is een term die gebruikt wordt om aan te duiden dat het hart verzwakt is en niet meer werkt zoals een gezond hart. Hierdoor wordt er onvoldoende bloed doorheen het lichaam gepompt en krijgen de organen, zoals de nieren en hersenen, minder voedingsstoffen en zuurstof. Dit falen leidt uiteindelijk tot allerlei symptomen.
Het hart is een levensbelangrijk orgaan. Het is een gespecialiseerde spier waarvan de werking het best vergeleken kan worden met die van een pomp: het hart zorgt ervoor dat het bloed continu doorheen het ganse lichaam circuleert.
Het hart bestaat uit een linker- en een rechterhelft die elk uit een voorkamer (atrium) en een kamer (ventrikel) bestaan. Vanuit de rechterkant van het hart wordt zuurstofarm bloed naar de longen gepompt. In de longen neemt het bloed zuurstof op. Vanuit de longen stroomt het zuurstofrijke bloed naar de linkerhelft van het hart. Hieruit wordt het zuurstofrijke bloed naar de rest van het lichaam gepompt.
Organen en weefsels verbruiken door hun werking zuurstof uit het bloed. Zuurstofarm bloed stroomt vanuit de weefsels terug naar de rechterharthelft, vanwaar de hartcyclus opnieuw start.
Het woord “hartfalen” op zich kan erg negatief klinken. Deze term wordt algemeen gebruikt om aan te duiden dat het hart verzwakt is en niet meer werkt zoals een gezond hart dit doet. Hierdoor wordt er onvoldoende bloed doorheen het lichaam gepompt en krijgen alle organen, zoals hart, nieren en hersenen minder voedingsstoffen en zuurstof. Dit “falen” leidt uiteindelijk tot allerlei klachten.
Bij een verminderde (pomp)functie gaat het lichaam bepaalde compensatiemechanismen in werking stellen waardoor het hart een zekere periode toch zijn functie kan uitoefenen. Een belangrijk mechanisme is bv. zout- en vochtophoping. Hierdoor komt er meer vocht in je bloed en lichaam en kan een gezonde bloeddruk - die nodig is voor een goede doorbloeding doorheen je lichaam - bereikt worden. Helaas betekent dit mechanisme op langere termijn een nog grotere belasting voor het reeds verzwakte hart, waardoor het uiteindelijk gaat falen en er bijgevolg teveel vocht in je lichaam (longen, buik, benen, enkels) opgestapeld wordt.
Belangrijk om weten is dat hartfalen een ernstige aandoening is en een weerslag heeft op vele facetten van het leven en de gezondheid. Naargelang de oorzaak zal er vaak een evolutie zijn naar een chronische aandoening en zal men doorheen de tijd meer en meer klachten ervaren. In de meeste gevallen is er geen volledige genezing mogelijk.
Afhankelijk van de oorzaak van het hartfalen bestaan er verschillende behandelingen. Deze hebben als doel de klachten en ongemakken die door het hartfalen veroorzaakt worden zoveel mogelijk te verminderen en onder controle te houden (symptoombehandeling) en de ziekte zo lang mogelijk stabiel te houden.
Er zijn verschillende factoren die hartfalen kunnen veroorzaken, zoals:
Je medisch team gaat samen met jou de symptomen van je hartfalen onder controle houden. Buiten het ziekenhuis moet je zelf en/of je familie je toestand goed in de gaten houden. Waar moet je op letten? Wanneer moet je een arts contacteren?
Uw behandeling bestaat uit een combinatie van medicatie, eventuele ingrepen (coronarografie, klepoperatie, stent, bypass, pacemaker, ICD (defibrillator),…) en een strikte vocht- en zoutbeperking. Om dit doel te bereiken, is een goede samenwerking tussen artsen, hartfalenverpleegkundige, huisarts en jezelf absoluut noodzakelijk.
Arts:
Hartfalenverpleegkundige:
Geeft je tijdens je opname uitleg over je ziekte, behandeling en prognose.
Jezelf:
Het opvolgen van deze leefregels is erg belangrijk. Zij gaan er mee voor zorgen dat je levenskwaliteit zo hoog mogelijk blijft en dat je gezondheidstoestand zo lang mogelijk stabiel blijft.
Een correcte opvolging van de leefregels = een grotere kans op een langer, kwaliteitsvol leven
Belangrijk is dat je de medicijnen die de arts voorschrijft, inneemt zoals door hem geadviseerd wordt. Dit wil zeggen: op het juiste tijdstip en in de juiste hoeveelheid.
Bij hartfalen bestaan de medicijnen meestal uit een ACE-inhibitor, een bètablokker en een aldosterone-antagonist. Van deze medicijnen is reeds lange tijd bewezen dat zij effectief de verdere evolutie van je hartziekte afremmen. In de meeste gevallen krijg je ook een vochtafdrijver/plaspil (diureticum) die je nodig hebt om het opgehouden vocht uit te kunnen plassen en je verder te beschermen tegen het ophouden van vocht.
Echter, elk medicijn heeft zijn bepaalde werking maar ook nevenwerkingen. Hieronder vind je de meest voorkomende. Meld deze aan je arts/hartfalenverpleegkundige indien ze optreden! Er kan dan eventueel een ander medicijn voorgeschreven worden.
Groenebriel 1
9000 Gent
GPS adres
Terhagen